Verdachten zaak Malatya leggen schuld bij aanvoerder
Een jaar na de moord op de drie christenen in het Turkse Malatya leggen vier verdachten de schuld bij hun aanvoerder, Emre Gunaydin. Verder wordt de onpartijdigheid van de rechters in de zaak in twijfel getrokken.
Dat is de balans zoals de Amerikaanse christelijke nieuwsdienst Compass Direct die donderdag opmaakte.Het is vandaag een jaar geleden dat vijf jonge Turkse moslims drie medewerkers van een christelijke boekhandel in Malatya op brute wijze om het leven brachten. Het betrof de Turkse christenen Necati Aydin en Ugur Yuksel en de Duitse theoloog Tilmann Geske.
Tijdens een hoorzitting voor de rechtbank in Malatya, afgelopen maandag, verklaarden drie verdachten dat zij geen aandeel hebben gehad in de moord. De drie, Cuma Ozdemir, Abuzer Yildirim en Salih Gurler, werden op 18 april 2007 aangetroffen met slagersmessen in de handen en het bloed van hun slachtoffers op hun kleren.
Medeverdachte Hamit Ceker, die in januari door de rechtbank werd verhoord, gaf toen ook al aan dat hij niet verantwoordelijk is voor de moord, aldus Compass Direct.
Volgens de vier verdachten was het Emre Gunaydin, de vijfde verdachte en hun (vermoedelijke) aanvoerder, die persoonlijk de folteringen uitvoerde en vervolgens de kelen van de drie christenen doorsneed.
Voor een overvolle rechtbank stelden Ozdemir, Yildirim en Gurler maandag dat Gunaydin hen had misleid. Hij zou hen slechts hebben verteld dat hij van plan was de „christelijke zendelingen” te intimideren. Dezen zouden verdeeldheid proberen te brengen in Turkije en de islam willen vernietigen.
„We gaan naar hun kantoor en zullen daar informatie proberen te verzamelen”, moet Gunaydin de avond voor de aanslag volgens verdachte Gurler gezegd hebben. „Op basis daarvan kunnen we zien wat de bedoelingen van deze zendelingen en hun activiteiten zijn.” Hij dacht daarbij aan cd’s en computerbestanden. Verdachte Ozdemir tekende hierbij aan dat de reden waarom ze vijf messen hadden gekocht en een lang touw, alleen maar bedoeld was om hun slachtoffers „bang te maken”, om zo meer informatie los te krijgen.
Hoewel de verdachten toegaven dat ze Gunaydins orders om de christenen met geweld te vloeren, hun handen en voeten vast te binden en hun mond met handdoeken te stoppen, hebben opgevolgd, beweerden zij geprobeerd te hebben hem te laten stoppen toen hij de slachtoffers begon te martelen.
„Ik wilde gaan”, aldus Gurler. „Ik wilde dat Emre het zou opgeven, en hem vertellen dat we toch geen informatie zouden loskrijgen.”
Eerder, tijdens de tweede hoorzitting, had verdachte Ceker al gezegd: „Salih, Abuzer, Cuma en ik zeiden tegen Emre dat we moesten gaan. Maar hij antwoordde: „Nee, nu kennen ze me. Ik zal niet gaan zonder hen te hebben vermoord.”
Tien dagen voor de hoorzitting van deze week maakte een hogere rechtbank in Diyarbakir bekend een formeel verzoek van de aanklager(s) om de rechters in deze zaak te vervangen, te hebben afgewezen. Het drie leden tellende panel zou „vooringenomen en partijdig” zijn in hun omgang met de zaak.
De aanklagers hebben appel aangetekend tegen dit besluit van de rechtbank. Het gevolg daarvan zou kunnen zijn dat de datum waarop de volgende hoorzitting gepland staat, op 12 mei, verzet moet worden.
Komende zondagmiddag worden de slachtoffers van de moord herdacht in een dienst in de St. Espritkathedraal in Istanbul.