Binnenland

„Geen spijt van neerschieten verraders”

Tienermeiden waren het nog, maar wel zeer actief in het verzet en niet bang om geweld te gebruiken. De zusjes Truus en Freddie Oversteegen uit Haarlem deden in de oorlog zwaar verzetswerk, samen met Hannie Schaft, het ”meisje met het rode haar”. Samen „knalden ze mensen neer.”

Niek Stam
18 April 2008 10:36Gewijzigd op 14 November 2020 05:45
AMSTERDAM – Directeur Van der Horst van het Verzetsmuseum (l.) in gesprek met de zussen Truus (r.) en Freddie Oversteegen. De bejaarde dames waren donderdag aanwezig bij de opening van de tentoonstelling ”Drie meiden in verzet”. De expositie gaat over het
AMSTERDAM – Directeur Van der Horst van het Verzetsmuseum (l.) in gesprek met de zussen Truus (r.) en Freddie Oversteegen. De bejaarde dames waren donderdag aanwezig bij de opening van de tentoonstelling ”Drie meiden in verzet”. De expositie gaat over het

Donderdag opende in het Verzetsmuseum Amsterdam een tentoonstelling over deze ”Drie meiden in verzet”. De zussen waren erbij. Truus Menger-Oversteegen (84) is open en spreekt met bravoure over de oorlog. Freddie Dekker-Oversteegen (82) is timide. „Volgende vraag”, zegt ze als het moeilijk wordt.Hoewel verschillend, praten beiden openlijk over hoe het was om als meisje mensen „neer te knallen”, zoals Truus het noemt. „Het moest gebeuren, want het waren verraders. En als je die door liet gaan, gaven ze steeds meer onschuldige Joodse gezinnen aan om te worden vergast. Dat kon niet voortduren.”

Freddie: „Het was juist om te doen en ik heb er geen spijt van. Ik was toen nog heel jong, eigenlijk een kindsoldaatje.” Maar de liquidaties achtervolgden haar lange tijd: „Een schot lossen is makkelijk. Maar als je dan iemand ziet vallen, dat blijft je altijd bij.”

De meisjes waren zestien en veertien toen de oorlog uitbrak, en al snel bezig met actief verzet, zelf georganiseerd. Spijkers op de weg strooien waar veel Duitse auto’s reden of verzetsoproepen verspreiden. Kort daarna werden de zussen gevraagd door de linkse Haarlemse groep Raad van Verzet. „We deden het uit overtuiging, en uit plichtsgevoel”, aldus Freddie. „En als meisje vormde je de perfecte dekmantel.”

Ze deden mee aan overvallen of het opblazen van spoorlijnen. In de RVV zouden ze in aanraking komen met hun latere hartsvriendin: de studente Jo Schaft, beter bekend onder haar schuilnaam Hannie. De meisjes groeiden dicht naar elkaar toe, waarbij Hannie opviel door haar zachtaardigheid en moed. De zusjes keken verder op tegen de kennis van de drie jaar oudere Hannie, die gestudeerd had. „Ze leerde ons ’s avonds Engels en Duits spreken, en liet ons boeken lezen van Tolstoj en zo”, zei Truus donderdag.

Hannie keek op haar beurt op tegen de zusjes, die een voor hun leeftijd opmerkelijke ervaring hadden. Zo deden ze beiden in 1943 volop mee aan liquidaties van verraders of infiltranten. Freddie was al op 16-jarige leeftijd bij een liquidatie betrokken. Samen zouden ze er zo’n tien uitvoeren.

De twee zijn echte verzetshelden, aldus directeur L. van der Horst van het Verzetsmuseum donderdag. „In de oorlog worden bij helden al snel de namen van gevallenen als Gerrit van der Veen of Hannie Schaft genoemd. Maar zij die het overleefden waren niet minder heldhaftig.” NIOD-directeur M. Schwegman was het ermee eens: „Het betalen van de uiterste prijs, je leven, moeten we loskoppelen van het belang van iemands daden.”

De grote crisis in de Haarlemse groep kwam in juni 1943 toen een van de kameraden bij een liquidatie werd doodgeschoten: Jan Bonekamp. Hannie raakte erdoor in een diepe crisis. De stervende Bonekamp kon nog het adres van Hannies ouders worden ontfutseld, waardoor deze door de bezetter konden worden gegijzeld. Zo hoopten de Duitsers het gevreesde ”meisje met het rode haar” te kunnen pakken, zoals Hannie bekendstond. Truus en Freddie moesten de aandrang van Hannie om zich alsnog over te geven bevechten. „Gelukkig konden we haar daarvan weerhouden. Ze hadden haar echt nooit meer vrijgelaten.”

In veel levensbeschrijvingen heet het dat Hannie verliefd was op Bonekamp. Truus Menger betwijfelt het. „Je werd niet zo snel verliefd in die tijd, wij niet althans. Bovendien was hij net gescheiden en had een dochter. Ikzelf had ook een soort vriendje in de oorlog, maar we hadden geen echte relatie. „Na de oorlog”, zei hij, „dan vraag ik om je hand.” En dat heeft hij ook gedaan.”

In maart ’45 werd Hannie bij een wegversperring opgepakt en aangehouden. Pas op het politiebureau wist men dat het om de gevreesde Hannie Schaft ging. Ze kreeg een aparte bewaker en op haar deur een bordje ”Mörderin”: moordenares. Ze moest sterven.

Hannies ouders kregen het nieuws pas na de bevrijding te horen. Ook Truus stond met een bos bloemen bij het ziekenhuis te wachten waar Hannie zou liggen. Tevergeefs. Al op 17 april was ze geëxecuteerd in de Bloemendaalse duinen door de beruchte SD’er Maarten Kuijper, die na de oorlog ter dood is veroordeeld.

Kort na de oorlog trouwde Truus met Piet Menger, en liep onder een erehaag van verzetsmannen door, met hun stenguns in de hand. Het trouwcollier om haar nek bestond uit een kogel aan een kettinkje. De eerste dochter die ze kreeg, noemde ze Hannie, naar haar vriendin. De tentoonstelling werpt ook licht op de verwerking na de oorlog, toen de twee zussen een gezin stichtten.

Nog iedere 17e april denken de zusjes aan Hannie. Truus: „Dat zij nou nog net moest sterven. En dat in de lente, bij de zee, met de ontluikende bloemen en de zingende vogels.” Freddie: „En alleen met die enge mannen.”

De tentoonstelling ”Drie meiden in verzet” loopt tot 8 december.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer