„Zo stond Juliana op het bordes”
Baarn en Soest hebben sinds maandag allebei een Julianastandbeeld. Daarmee ging een lang gekoesterde wens van de inwoners van de twee Utrechtse gemeenten in vervulling. „Juliana was toch de meest geliefde koningin.”
Het is onbegrijpelijk dat er nog geen standbeeld van koningin Juliana bestaat, stelde Oranjekenner Bert van Nieuwenhuizen eind vorig jaar. Via de opiniepagina van NRC Handelsblad en later ook via deze krant deed hij de oproep daar iets aan te doen. „Koningin Juliana was niet slechts de aardige mevrouw in bloemetjesjurk op het bordes van Paleis Soestdijk. Nee, zij was een staatsvrouw van allure”, zo zei Van Nieuwenhuizen. Hij pleitte ervoor -op zijn minst- een standbeeld in Den Haag te realiseren en, indien mogelijk, ook één in Baarn. Zijn wens is deze week in vervulling gegaan, al staat het initiatief in de Utrechtse gemeenten los van het pleidooi van Van Nieuwenhuizen.Bij een aantal inwoners van Baarn en Soest leefde al langer de wens om een standbeeld van koningin Juliana te realiseren. Zij woonde immers tientallen jaren in Paleis Soestdijk, dat vrijwel op de grens van de twee gemeenten ligt. „Vooral toen het paleis leeg kwam te staan na het overlijden van prins Bernhard nam de vraag naar een standbeeld toe”, vertelt Nieneke Lamme, ontwerpster van de twee beeldjes van 55 centimeter hoog.
Een aantal enthousiastelingen ging aan de slag en zamelde onder de bevolking geld in, onder het motto: ”Juliana was de koningin van het volk, laten we de herinnering vasthouden”. Van de opbrengst konden zij de Julianabeeldjes laten maken. De wens die zij de kunstenaar meegaven, was: maak een herkenbaar beeld van de vorstin die Nederland regeerde van 1948 tot 1980.
Winkel
Koningin Juliana was voor Lamme niet helemaal een vreemde. „Ik woon al sinds 1969 in Baarn. Soms kwam ik haar in het dorp tegen als zij boodschappen deed. Dan stond ze opeens naast me te grabbelen in de winkel. Het waren slechts momenten, maar toch bijzondere. Ik heb altijd een warm gevoel bij haar gehad. Juliana was van ons allemaal. Omdat ze op onze moeders van vroeger leek waarschijnlijk.”
Lamme begon niet zomaar één, twee, drie. „Ik ben eerst foto’s gaan sparen van Juliana. Daar heb ik een collage van gemaakt, zodat ik een goed beeld van haar houding kreeg.” Vooral het gezicht was moeilijk, omdat koningin Juliana vaak een bril en hoed droeg.
Daarna maakte de bekende beeldhouwster diverse studiemodellen. „Die heb ik tijdens open dagen aan bezoekers laten zien. Zij konden aangeven welk beeldje van Juliana zij het herkenbaarst vonden.” Lamme gebruikte brons als materiaal.
De kunstenares koos ervoor Juliana weer te geven zoals veel Nederlanders zich haar herinneren: zwaaiend met haar rechterhand en in de linkerhand een handtas. „Zo stond Juliana op het bordes tijdens de defilés op Paleis Soestdijk. Het is haar authentieke houding.”
Vernieling
Maandag zijn de beeldjes aangeboden aan de burgemeesters van de twee gemeenten. Lamme: „Zij hebben beloofd dat ze op een plaats komen te staan waar veel mensen passeren. De beeldjes zijn te klein om in de openbare ruimte te plaatsen. Ze zijn te kwetsbaar. Ik had een plek ergens buiten mooier gevonden, maar dan hadden ze groter moeten zijn. Nu zijn ze te gemakkelijk te vernielen. Ze komen -zoals het er nu uitziet- in de gemeentehuizen te staan.”
Er is nog een derde beeldje gegoten door Bronsgieterij Stijlaart in Tiel. „Dat willen wij aan een van de leden van de koninklijke familie aanbieden. Wij vragen wel dat het ook dan een prominente plaats krijgt op een plek waar veel mensen komen.”