„Meer geld nodig voor Gelderse ambulances”
Er moet meer geld naar de Gelderse ambulancezorg. Dat vond het merendeel van de bezoekers gisteravond tijdens een debat over de ambulancezorg in Gelderland.
Gelderland heeft een structureel probleem met de aanrijtijden. Volgens de landelijke norm moet 95 procent van de ambulances binnen vijftien minuten na een oproep ter plaatse zijn. De provincie haalt deze aanrijtijd slechts in 84 procent van de gevallen.Provinciale Staten, zorgorganisaties en inwoners debatteerden gisteravond in zalencentrum De Vicary in Ochten over de ambulancezorg. Veel aanwezigen uitten hun zorgen over het huidige ambulancevervoer. „Op dit moment zijn we in Gelderland in 84 procent van de gevallen binnen vijftien minuten bij de patiënt. In andere landen ligt de norm op acht minuten. Desondanks lukt het de ambulances in het buitenland wel om op tijd te zijn. Hoe kan het dat wij dat niet redden?”, vroeg Statenlid Zondag (SGP) zich af.
Volgens CDA-raadslid Gerritsen van de gemeente Neder-Betuwe ligt de oorzaak van het probleem in het feit dat ambulances het buitengebied te laat bereiken. „In het randgebied wordt in 70 procent van de gevallen de aanrijtijd van vijftien minuten niet gehaald. Misschien is het een idee om daar meer standplaatsen voor ambulances neer te zetten?”
Directeur Mac Honigh van ambulancedienst Gelderland-Zuid pleitte voor meer geld van het Rijk voor de Gelderse ambulancezorg. „Het kabinet trekt 350 miljoen euro per jaar uit voor ambulancezorg. Dat is 20 euro per persoon. Met dat geld bereiken wij 90 procent van de gevallen op tijd, maar 10 procent niet. Dat zijn ruim 50.000 inwoners. Blijkbaar is het platteland voor het kabinet ondergeschikt aan de stad.”
Burgemeester Veerhoek van de gemeente Neder-Betuwe deelde die oproep. Tegelijkertijd riep hij de provincie op om de standplaatsen beter te verdelen. „Elke Gelderlander moet op dezelfde acute hulp kunnen rekenen.”
Huisarts Huisman uit Opheusden vroeg zich af waarom hij en zijn collega’s niet worden ingeschakeld in spoedgevallen om zo de gewenste aanrijtijden te bereiken. „Ik zie vaak een ambulance voor de meest pietluttige zaken voorbijrijden die van ver komt, terwijl ik er binnen twee minuten kan zijn. Bovendien kost dat geen cent.”
Honigh bracht daar tegen in dat de meeste huisartsen niet over een vereiste opleiding voor spoedeisende hulp beschikken. Daarom kunnen zij niet worden ingezet.
Ambulancechauffeur Monique Gerards vertelde dat met name verkeersremmende maatregelen als paaltjes en drempels voor grote vertraging zorgen. Ook burgers die in paniek raken veroorzaken vaak oponthoud. „Het zou goed zijn als de Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen leert wat mensen moeten doen als er een hulpvoertuig nadert.”
Van CU-Statenlid Bikker mag de provincie de paaltjes en drempels opruimen die ambulances tot last zijn. „Wij zijn doorgeslagen in het hinderen van het verkeer. Bij levensgevaarlijke kruisingen zijn verkeersremmende maatregelen nodig, dat is duidelijk. Maar voor de rest: Weg met die dingen.” Gedeputeerde Esmeijer nam de oproep serieus en riep op om drempels die niet bijdragen aan de veiligheid bij hem te melden.