Kerk & religie

Pleidooi voor catechese rond de doopvont

„De catechese thuis en in de kerk is de weg waarlangs God de werkelijkheid van onze doop tot echt ervaarbare werkelijkheid wil maken. Catechese is ten principale doopcatechese.” Dat zei prof. dr. W. Verboom woensdagavond in Benschop op een symposium ter gelegenheid van zijn afscheid als lid van de HGJB-catechesecommissie.

Van een medewerker
17 April 2008 10:28Gewijzigd op 14 November 2020 05:45

Prof. Verboom, wel de ambassadeur van de catechese genoemd, luidde in 2002 de noodklok over de catechese. Vanuit de catechesecommissie van de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond (HGJB) is toen een stevige impuls gegeven aan de bezinning op catechese.Met een lezing over ”Weet gij niet? Een kleine doopcatechese”, naar aanleiding van Romeinen 6:3, nam prof. Verboom woensdagavond afscheid van de commissie. Hij hield zijn lezing staande naast de doopvont van de hervormde kerk in Benschop, waar hij in 1968 begon als predikant. Op die plaats -„zoiets als heilige grond”- doopte hij twee van zijn kinderen.

Prof. Verboom gewaagde van zijn liefde en passie voor de catechese. Die waren gevormd door de slechte start van zijn eerste catechisatieles als beginnend predikant -iemand had hem toegevoegd: „Je ken het of je ken het niet”-, maar bovenal door „het besef van de grote trouw van God die door de generaties heen gaat. Dat kweekte een grote liefde voor de jongeren van de gemeente”, aldus de Leidse emeritus hoogleraar.

De doop is naar Bijbelse maatstaven de meest ingrijpende gebeurtenis in een mensenleven, zo zei prof. Verboom. Hij noemde zijn afscheidslezing een verantwoording en een perspectieftekening.

Ds. D. Dekker, predikant te Oudewater en lid van de catechesecommissie van de HGJB, ging in zijn coreferaat in op de vraag welke nieuwe Bijbelse perspectieven zich openen voor kerkenraden en catechesecommissies. Volgens de hervormde predikant is een catechesecommissie als orgaan van bijstand van de kerkenraad van groot belang.

Identiteitscrisis
Ook beaamde ds. Dekker de woorden van prof. Verboom dat het gedoopt zijn de identiteit van de jongeren van de gemeente bepaalt. Hij stelde wel de vraag waaraan wij als christelijke gemeente die identiteit zoal niet aan ophangen. Moeten we niet van een identiteitscrisis spreken, zo vroeg hij zich af.

„Alle catechetisch leren gaat uit van de doop en is daarop gericht”, aldus ds. Dekker. Met prof. Verboom wil ds. Dekker kindercatechese in gezin en gemeente stimuleren en faciliteren door middel van gespreksavonden en opvoedingscursussen.

Ds. G. D. Kamphuis, predikant te Amersfoort, noemde in zijn coreferaat de catechese geen eenzaam avontuur en evenmin een exclusieve opdracht voor predikanten. „De hele gemeente is geroepen blijvend een lerende gemeenschap te zijn”, zo zei hij. „Geloofsoverdracht, een kernwoord uit de catechese, begint niet met de catechese. Het begint thuis in de opvoeding, maar is eveneens een wezenlijk onderdeel van de gemeente.”

De oud-voorzitter van de Gereformeerde Bond zei niet te kunnen leven zonder catechisanten. „In de omgang met jongeren ontdek je iets van de landingsbaan van het Evangelie.”

Beleving
In haar coreferaat vroeg Eline van Vreeswijk van het Centrum voor catechese van de HGJB zich af wat een en ander nu betekent voor catechisanten. Volgens haar staan de ideeën rond de doop die prof. Verboom noemde wel erg ver af van de belevingswereld van jongeren. Ze vroeg meer aansluiting bij de beleving van jongeren. „Hoe krijg je dit goed tussen de oren en in het hart”, vroeg Van Vreeswijk zich af.

Volgens haar moeten jongeren als kinderen van God benaderd worden en als zodanig aangesproken. „Daarom zal de catechese continu bezig moeten zijn met de toe-eigening van wat we in Christus hebben. Te leven vanuit het gestorven zijn met Christus om van nu voortaan voor Hem te leven. Dat nieuwe leven is niet automatisch met de doop gegeven. Het is de vraag hoe je hen in iedere levensfase leert een kind van God zijn en alles wat daarbij hoort zich eigen te maken.”

Ten slotte voerde Eline van Vreeswijk een pleidooi voor identiteitsontwikkeling binnen de doopcatechese. Ze stelde de vraag hoe te voorkomen dat jongeren het gevoel krijgen dat geloven een voorgevormd patroon is waarin ze zich moeten voegen. „Ze willen ruimte krijgen om zelf dingen te ontdekken en ze blijken deze ruimte ook nodig te hebben om een eigen identiteit te ontwikkelen”, aldus Van Vreeswijk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer