Welkom op www.schenkenerfbelasting.nl
Staatssecretaris De Jager gaf deze week in een gastcollege op de Universiteit van Tilburg zijn visie op een nieuwe schenk- en erfbelasting. De huidige variant, vastgelegd in de Successiewet, ligt al een tijdlang onder vuur.
Op het eerste gezicht is dat ook niet zo gek. De Successiewet bestaat in feite al 150 jaar en is volgens de staatssecretaris een pand met een lekkend dak en scheurende muren. Niemand komt er graag. Er is daarom weinig draagvlak voor de wet.Daarbij wordt de vraag gesteld waarom nabestaanden na het overlijden van een geliefde ook nog met successierechten moeten worden geconfronteerd. De successierechten zouden „immoreel” zijn. Over het geld dat zij krijgen, is namelijk door de overledene eerder al inkomstenbelasting betaald.
Toch is de staatssecretaris het niet met deze visie eens. Hij bekijkt de successierechten vanuit de erfgenamen. Doordat zij een nalatenschap krijgen, neemt hun draagkracht toe, terwijl zij er niets voor hoeven te doen. Het heffen van successierechten is daarom niet onrechtvaardig. Op deze wijze zet hij de rechtvaardigingsgrond van de inkomstenbelasting en de successierechten op één lijn. Beide heffingen zijn immers belastingen die aansluiten bij de draagkracht van degene die geld ontvangt.
Vriendelijke buurvrouw
Wel vindt de staatssecretaris -en daarin is hij niet de enige- de tarieven van het schenkings- en successierecht erg hoog. Hij wil deze verlagen tot maximaal 50 procent. De huidige tarieven variëren globaal van 5 tot 27 procent voor onder anderen echtgenoten en (klein)kinderen, van 26 tot 53 procent voor onder anderen broers en zussen en van 41 tot 68 procent voor verdere familieleden en voor derden.
Het laatstgenoemde hoge tarief geldt dus -afgezien van een beperkte vrijstelling van 1942 euro- ook voor de neef van de erflater en voor de vriendelijke buurvrouw die jarenlang het huishouden bij de overledene deed. De verlaging van de hoogste tarieven tot 50 procent moet de allerscherpste kantjes van de Successiewet halen.
Daarnaast moet ook de tariefstructuur worden aangepakt. In de 28 verschillende tarieven moet flink worden gesneden. Twee tariefgroepen en twee schijven zouden bijvoorbeeld al een aanzienlijke verbetering zijn. Maar één schijf per tariefgroep in combinatie met een voetvrijstelling is nog eenvoudiger. Nu wordt vanzelfsprekend vaak al geprobeerd bij leven kleine schenkingen te doen, zodat het vermogen dat bij overlijden overgaat wordt verminderd. Dit leidt bij de erfgenamen in de toekomst tot een lager tarief. Een dergelijke handelwijze wordt, afhankelijk van wat er precies gaat gebeuren met de vrijstelling in het schenkingsrecht, in het voorstel van de staatssecretaris minder aantrekkelijk.
De Jager geeft aan dat de tariefsverlaging moet worden bekostigd door een „grondslagverbreding.” Ook alle erfenissen die afkomstig zijn uit het buitenland moeten in de toekomst bij Nederlanders worden belast. Verder moeten allerlei constructies, zoals het ik-opa-testament, het turbotestament en hoge rentes, in testamenten worden bestreden.
Het woord constructie is hierbij niet in alle gevallen terecht. De verschillende soorten testamenten geven vaak de mogelijkheid om de nabestaanden (zowel de echtgenoot als de kinderen) zo goed mogelijk te verzorgen, waarbij de fiscaliteit vanzelfsprekend een belangrijke rol speelt. Hierbij wordt er bijvoorbeeld voor gezorgd dat er bij het overlijden van de langstlevende zo min mogelijk vermogen naar de kinderen gaat. De ene testamentsvorm leidt gezien de huidige opzet van de Successiewet nu eenmaal tot meer belastingheffing dan de andere. De staatssecretaris is in ieder geval van plan om het opstellen van diverse testamentsvormen puur om fiscale redenen minder aantrekkelijk te maken.
De nieuwe successiewet moet dan ook meer gaan aansluiten bij de economische werkelijkheid door te heffen bij degene die daadwerkelijk de beschikking over het vermogen krijgt. Dit is nu nog lang niet altijd het geval.
Meer draagvlak
Een andere aanpassing van de wet in dit kader betreft de niet-opeisbare vorderingen op de moeder die kinderen vaak krijgen bij het overlijden van vader. Zij moeten hierover nu direct successierecht betalen, terwijl zij niets in handen krijgen. Dit moet worden aangepast, waardoor het draagvlak van de nieuwe erfbelasting wordt vergroot.
Hoe gaat dit alles nu uitpakken? De opbrengst voor de schatkist (circa 2 miljard euro) moet hetzelfde blijven. Enerzijds krijgen de echt rijke families ten opzichte van de huidige wet een voordeel, omdat de hoogste tarieven worden verlaagd, maar anderzijds worden zij benadeeld omdat allerlei constructies niet meer werken. De minder vermogende families maken vaak geen gebruik van al dan niet kostbare constructies. Zij kunnen echter juist benadeeld worden door de verhoging van de lagere tarieven naar een vast tarief van bijvoorbeeld 20 procent. Als de voor hen geldende vrijstelling maar voldoende wordt verruimd, hoeft een tariefsverhoging echter geen nadeel te zijn.
Alle maatregelen moeten de nieuwe schenk- en erfbelasting meer draagvlak geven in de samenleving. De staatssecretaris wil echter wel grondige afwegingen maken en daarom nodigt hij alle burgers die willen meedenken ertoe uit een reactie te geven op www.schenkenerfbelasting.nl. In 2009 hoopt hij een wetsvoorstel te kunnen indienen dat op 1 juli 2010 ingaat. Of de belastingadviseurs, estateplanners en notarissen die zich bezighouden met erven en schenken dan echt minder werk krijgen, valt nog te bezien.
voetnoot (u17(De auteur is werkzaam bij PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs NV. Reageren aan scribent? fiscaliteiten@refdag.nl.