De Kamer spreekt woensdagmiddag over invoering van de werkleerplicht met minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin en de staatssecretarissen Aboutaleb (Sociale Zaken) en Van Bijsterveldt (Onderwijs).In het voorstel staat dat gemeenten ervoor moeten zorgen dat jongeren tot 27 jaar werken of een opleiding volgen. Het kabinet wil hiermee jongeren uit de bijstand weren. Op dit moment hebben zo’n 30.000 jongeren tot 27 jaar een bijstandsuitkering.

Jongeren die straks bij de gemeente aankloppen voor bijstand krijgen volgens het plan een opleiding of een baan aangeboden. Wanneer jongeren dit aanbod accepteren, ontvangen ze loon of een uitkering ter hoogte van de studiefinanciering in plaats van het hogere bijstandsniveau dat op dit moment als minimum geldt. Weigeren ze het aanbod van gemeenten, dan krijgen ze niets.

CDA-vicefractievoorzitter Spies noemt het voorstel voor de werkleerplicht -evenals gemeenten en sociale diensten- echter te vaag. Zij wil daarom dat het kabinet „zijn huiswerk overdoet.”

PvdA-Tweede Kamerlid Spekman vindt de minimale uitkering waaraan het kabinet denkt te laag. Wat hem betreft mogen de goeden niet onder de kwaden lijden.

De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) heeft dinsdag bepaald dat de werkleerplicht die het kabinet voor ogen staat niet discriminerend is. De leeftijdsgrenzen die worden gehanteerd zijn „objectief gerechtvaardigd.” Wel adviseert de CGB het kabinet te overwegen de leeftijdsgrens op te trekken naar 30, omdat die ook geldt in de studiefinanciering.

Aboutaleb had de commissie gevraagd naar de leeftijdsgrenzen te kijken, nadat onder meer vakbond FNV Jong had aangeven dat een leeftijdsgrens in strijd zou zijn met een aantal Europese verdragen.