Cultuur & boeken

Eenheid in verscheidenheid

De ontwikkelingen binnen de gereformeerde gezindte met betrekking tot de plaats van de vrouw in kerk en maatschappij staan niet stil. Is de roeping en verantwoordelijkheid van de vrouw primair in het (mogelijke) moederschap te zien? Of ligt er voor haar ook een cultuurtaak in het publieke leven? Waar liggen nu precies de grenzen voor participatie van vrouwen in kerkelijke arbeid, vooral ook voor vrouwen die theologie gestudeerd hebben of op een andere manier theologisch geschoold zijn? Voortgaande bezinning is geboden.

Ds. P. D. J. Buijs
16 April 2008 09:29Gewijzigd op 14 November 2020 05:44

In 1985 presenteerde een commissie onder leiding van ds. C. den Boer de resultaten van een jarenlange studie in een boek dat als titel draagt: ”Man en vrouw in bijbels perspectief. Een bijbels-theologische verkenning van de man-vrouwverhouding met het oog op de gemeente”. Het betrof een uitgave van de Gereformeerde Bond in (toen nog) de Nederlandse Hervormde Kerk. In 1987 verscheen een tweede druk, nu, na twintig jaar, een derde.Het boek biedt veel. Uitgangspunt is wat het Nieuwe Testament laat zien over de ordening van het gemeenteleven, met twee belangrijke brandpunten: dat van de ambten (ouderling, diaken, herder/leraar) als een leidinggevend ”tegenover”; en, in goede samenhang en samengang daarmee, de bedieningen waarin zowel mannen als vrouwen vanuit de hun gegeven genadegaven werkzaam zijn tot opbouw van de gemeente.

Grondleggend voor het geheel is het gereformeerde verstaan van de Schrift. Wat is zijn structuur? Wat betekent de vervulling van het Oude Testament in het Nieuwe, toegespitst op de man-vrouwverhouding? Het eerste hoofdstuk gaat daarop in en sluit af met enkele hermeneutische regels (regels voor de uitleg).

In het volgende hoofdstuk komt de verhouding tussen man en vrouw in het Oude Testament aan de orde. Wat is de positie van de vrouw voor en na de zondeval? Door de zonde en de vloek blijkt de verhouding tussen man en vrouw ontwricht te zijn. Toch is tot op zekere hoogte, gegeven de patriarchale structuur, in de wetten van de Heere aan Israël een doorbraak te zien naar een meer eervolle positie van de vrouw.

In het hoofdstuk over vrouwen in het Nieuwe Testament komt naar voren dat vrouwen veel meer werden ingezet in het gemeentelijke leven dan in de latere traditie vaak het geval was. In dat opzicht is er vandaag in menige gemeente een inhaalslag te maken. Galaten 3:27-28 (letterlijk: „In Christus is noch mannelijk, noch vrouwelijk”) bevat een stralend eerherstel voor de vrouw. Dat betekent overigens niet dat daarmee het door God gegeven onderscheid wordt opgeheven.

Zwijgteksten
Een aparte beschouwing wordt gewijd aan de zogenaamde ”zwijgteksten”: 1 Korinthe 14:34-35 en 1 Timotheüs 2:11-14. De conclusie wordt getrokken dat Paulus in het leerproces in de samenkomsten van de gemeente de vrouwen geen actieve rol laat vervullen waar het de overdracht van de apostolische leer betreft.

Tegelijk voelen de schrijvers van het boek aan, dat over de plaats van de vrouw in de gemeente alleen maar gesproken kan worden binnen het grote kader van wat het Nieuwe Testament leert over de gemeente in haar fundament, charismatische geleding, toerusting en structuren. Van daaruit wordt dan nogmaals de plaats van man en vrouw in de gemeente ter sprake gebracht, met toespitsing op de gemeente van vandaag. De auteurs pleiten voor een eenheid in verscheidenheid én voor de gedachte van de ”inclusieve representatie”: man en vrouw zijn samen bezig in de gemeente, in nauwe onderlinge verbondenheid en tegelijk op onderscheiden wijze. Ze reiken daarvoor een aantal concretiseringen aan.

Het is een grondig boek, waarin veel diepgaande exegese wordt geboden. Dat gebeurt in een gezond-kritische reflectie op de eigen traditie en tegelijk in gesprek met hedendaagse stemmen. Elk hoofdstuk bevat een aantal excursen waarin veel van die tegenstemmen aan het woord worden gelaten. In dat opzicht staat het boek ”in rapport met de tijd”.

Voortgaande bezinning
Toch, bij alle waardering, heeft deze uitgave iets onbevredigends. In het woord vooraf wordt al aangegeven dat er in de nabije toekomst verder doorgedacht moet worden over de man-vrouwverhouding in de eigen kerkelijke traditie en over de praktische invulling van bedieningen door theologisch geschoolde vrouwen. Mijn vraag is: waarom is dan nu, na twintig jaar, volstaan met een heruitgave? De bezinning heeft toch niet stilgestaan?

Laten we binnen de gereformeerde gezindte de handen ineenslaan om, voortbordurend op het principiële spoor dat in dit boek getrokken wordt, elkaar de weg van het Woord voor deze tijd te wijzen. Er is dringend behoefte aan.

N.a.v. ”Man en vrouw in bijbels perspectief”, door ds. C. den Boer (samenst.); uitg. Kok, Kampen, 2007 (derde druk); 217 blz.; ISBN 978 90 435 1441 5; € 23,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer