Geen plaats voor trots op Nederland
In de Waalse Kerk in Den Haag wordt iedere derde dinsdag van de maand een residentiepauzedienst gehouden. Een Haagse predikant spreekt daarin een meditatie uit, waarna een politicus van en van de christelijke partijen een korte toespraak houdt. Dinsdag 15 april sprak ir. B.J. van der Vlies (SGP).
Veel medeburgers worden bekoord door de politieke leus ”Trots op Nederland”. Mevrouw Verdonk heeft onder deze vlag diverse knelpunten benoemd, maar helaas nog maar weinig oplossingen aangewezen. Ze appelleert aan een gevoel dat wij allemaal wel kennen. Het gaat om ons land, het land waarin de meesten van ons zijn geboren en getogen.Ik houd van mijn, van ons land. Dat heeft te maken met de wordingsgeschiedenis van Nederland. Dat heeft te maken met de betekenis en plaats van het huis van Oranje. Dat heeft te maken met de prestaties die er in de loop der jaren zijn neergezet, binnen onze landsgrenzen en ver daarbuiten. Dat heeft te maken met de cultuurhistorische schatten van ons land. Dat heeft te maken met de gastvrijheid voor verdrukte en vervolgde geloofsgenoten. Dat heeft te maken met de getoonde veerkracht, ook als het moeilijk was. Natuurlijk, er zijn ook donkere bladzijden, maar alles overziende zou ik niet weten met welk land ik zou willen ruilen. Maar trots op Nederland? Neen, daarvoor mankeert er nog veel te veel aan.
Het land waarin we wonen is een van de rijkste en welvarendste landen ter wereld. Mooi, en tegelijk dichtbevolkt. Het heeft een arbeidsethiek die volgens veel commentatoren wordt bepaald door een vanouds calvinistische plichtsbetrachting. Het kent een uniek onderwijsbestel waarin ouders onderwijs kunnen verlangen voor hun kinderen overeenkomstig de godsdienstige overtuiging thuis en in de eigen kerk. Er is zorg voor ouderen en gehandicapten waarin de christelijke geloofsovertuiging volop meetelt en zichtbaar wordt in huizen en instellingen. Met Nederlandse hulp en euro’s wordt overal ter wereld nood gelenigd en de helpende hand geboden. Nederland is een van de grootste geldschieters per hoofd van de bevolking. Dat is geen kwestie van trots, maar veel meer van dankbaarheid.
Het land waarin we wonen is ook een land waarin veel van wat God verboden heeft normaal wordt gevonden, ja zelfs wettelijk is goedgekeurd. Ik denk aan die tienduizenden kinderen die in de moederschoot worden omgebracht; aan al die mensen die, al dan niet op eigen verzoek, worden gedood; aan dat huwelijk dat geen huwelijk is maar tóch zo wettelijk is verankerd, het zogenaamde homohuwelijk.
De Nederlandse wettelijke regelingen hiervoor waren baanbrekend en staan model voor veel andere landen. Het Nederlandse drugsbeleid wordt in de ons omringende landen fel bekritiseerd. Delen van onze zedelijkheidswetgeving zijn elders echt onvoorstelbaar. De tolerantie in onze hoofdstad Amsterdam is wereldbekend. Het land waarin we wonen is het land waarin nota bene een minister als representant van een christelijk-sociaal kabinet gaat meevaren in de GayPride. Dat zijn zaken waarvoor je je schaamt. Daar wil je om zo te zeggen eventjes niet bij horen. Maar het is wel mijn land.
Privédomein
In ons land wonen we met veel anderen en andersdenkenden. Mensen met heel veel verschillende godsdiensten en voortkomend uit totaal verschillende culturen. Dat leidt onmiskenbaar tot spanningen. Van de weeromstuit verbant men religie makkelijk en goedkoop naar het privédomein. Dat is natuurlijk totaal onmogelijk; het is bovendien onwerkelijk, onheus en onhistorisch.
Ik denk aan van kleur verschoten oude stadswijken, aan dominante moskeeën en gebedsoproepen die het straatbeeld drastisch wijzigen, aan leefstijlen die afwijken van wat in ons land tijdenlang gangbaar was. Ik denk aan soms kleine groepen jongeren die een hele wijk in de ban van hun straatterreur houden. Ik denk aan vuilspuiterij via internetsites, en provocaties. Ik denk aan vreselijke godslasteringen in de publieke ruimte. Zo is er nog veel meer te noemen. Zaken waartegen krachtig moet worden opgetreden, waarbij we niet met de armen over elkaar kunnen blijven zitten.
De sfeer van pappen en nathouden is voorbij. De overheid, en dus de politiek, moet daadkrachtig en gezaghebbend optreden. Dat is nog een heel karwei. Daarvoor moet politiek draagvlak worden verworven, wat lang niet altijd vanzelfsprekend is.
Wat mij betreft is de kern van de politieke boodschap dat de Bijbelse waarden en normen zegenrijk zijn. Geborgenheid vóór de burgers en vreedzaamheid tússen de burgers zijn daar het beste door geborgd. Het is niet te peilen hoe rijk deze missie is en hoe vol van duurzaam perspectief. In het houden van Gods geboden is groot loon, daaraan verbindt Hij Zijn zegen.
Die zegen is niet voor te rekenen noch na te calculeren, maar is wel een wonderlijke werkelijkheid die in geloof te aanschouwen is. Daartoe moeten de vertroebelde voorzetlenzen voor onze ogen weg. We hebben geestelijk geopende ogen nodig. Bekering en wederkeer heet dat, met als gevolg aan- en afhankelijkheid van de gekruisigde en opgestane Heere en Heiland Jezus Christus, Die de Weg, de Waarheid en het Leven is.
Neem van mij aan dat als dit door genade geloofswerkelijkheid voor ons is, geen haar op ons hoofd eraan zal denken om anderen te kwetsen in wat hen heilig is. Socialist noch liberaal, atheïst noch moslim.
We zullen dan ook niet met twee maten meten, zoals nu helaas gebeurt. De regering en de publieke opinie komen wel in de benen als de sombere kanten van de islam worden belicht, maar als Jezus Christus als aangelijnde hond wordt afgebeeld of er een kruisigingsact wordt opgevoerd in de ArenA te Amsterdam blijft het stil… Als er op hoge toon vanuit Iran en andere islamitische landen gesproken wordt over de film van Wilders, worden de ambassadeurs van die landen uitgenodigd voor een kopje thee, maar er is een timide zwijgen als er in diezelfde staten dagelijks en van officiële zijde toe wordt opgeroepen Israël en de Joden te verdelgen.
Moedbenemend, het land waarin we wonen? Nou nee! De apostel Johannes, ingegeven door de Heilige Geest, schreef aan de vervolgde gemeente te Pergamus: „Ik weet waar gij woont.” Het liep Hem niet uit de hand. God hield de leden van die gemeente vast, juist omdat zij zich zo dicht bij de troon van satan bevonden, zo dicht leefden op de samenballing van alle kwaad en verleiding.
En zie dan hoe zij hun geloof niet verloochenden. Integendeel. Ze beleden Zijn Naam, wat er ook tegenin kwam. Ze hebben er werk aan gehad, Gods zegeningen te tellen, één voor één. Hoezeer ook verzondigd, wij hoeven het niet met minder te doen. We kunnen ook niet met minder toe.
De auteur is voorzitter van de SGP-fractie in de Tweede Kamer.