Van eenmansbedrijf naar 75 mensen in dienst; Dick Verheij (41) zag het gebeuren. Vorig jaar groeide de omzet van zijn onderneming met maar liefst 30 procent. „Niet de prijs is voor bedrijven het belangrijkste aspect, maar of je een plan van aanpak hebt. Daar valt mee te scoren.”In 1985 begon Verheij op 19-jarige leeftijd een hoveniersbedrijf in Molenaarsgraaf. De groei zat er al snel in en Verheij legde zich toe op groenvoorzieningen. Tot de klanten behoorden onder andere zorginstellingen en industriële bedrijven.

Een van de eerste opdrachtgevers van Verheij waren de gezamenlijke protestants-christelijke basisscholen in Dordrecht. „Voor die organisatie werken we al 21 jaar. Nieuwe klanten werven is één, bestaande klanten behouden is twee.”

In 2000 werd een nieuw pand betrokken aan de Kweldamweg aan de rand van Sliedrecht. De naam van het bedrijf wijzigde in Verheij Integrale Groenzorg. „Met de nadruk op zorg”, zegt verkoopleider Wilco Boender (34).

Hij geeft een voorbeeld. „Hagen knippen doe ik altijd in mei of juni. Bij scholen is het dan juist examentijd. Daar houd je als groenbedrijf dus rekening mee.” Ander voorbeeld. „Bij een zorginstelling zorg je dat na een storm de takken snel zijn opgeruimd. Niet wachten tot er een bejaarde is gestruikeld over zo’n tak.”

Boender toont zich een goede ambassadeur van het bedrijf. „Bij een ziekenhuis denk je mee. Patiënten wandelen met hun familie in de omgeving, dus zetten we een vlinderstruik neer. Die trekt vlinders aan. Nog een voorbeeld: bij het Albert Schweitzerziekenhuis hier in Sliedrecht kan ik niet een Pool in de tuin aan het werk zetten. Wel in Delfshaven, daar hoeft hij geen contact te maken met de klant.”

Verheij neemt bedrijven de complete zorg voor hun groen om de deur van het bedrijfspand uit handen. Klanten zijn, behalve zorg- en onderwijsinstellingen, bijvoorbeeld TNT („400 locaties van Groningen tot Maastricht”) of de Nederlandse Spoorwegen. „De tuin is het visitekaartje van het bedrijf.”

Ook de petrochemische industrie in Botlek wil het groen op orde hebben. „Bij Esso poten onze mensen plantjes met helmen op. Midden in de zomer bij 30 graden werken ze met lange mouwen. Veiligheid voor alles.”

In de Botlek werkt Verheij ook met een radiografisch bestuurbare maaimachine. „Daarmee kun je op moeilijk bereikbare plekken zoals tankdijken komen.” Voor hoogheemraadschappen, waterbedrijven en netbeheerders voert Verheij verschillende aanleg- en onderhoudswerkzaamheden uit. „Dat past bij onze integrale aanpak.”

Bij het Sliedrechtse bedrijf werken 75 mensen, in het hoogseizoen oplopend tot ongeveer 120. Verheij kent steunpunten in Drachten, Urk, Rijssen, Tholen en Eindhoven. „Zo kunnen we een landelijk dekkend pakket aanbieden.”

Verheij is vooruitstrevend met milieuvriendelijke onkruidbestrijding. Hiervoor beschikt het bedrijf over de zogenaamde ”weed-it”, gemonteerd op een quad. Via een beeldschermpje voor zijn neus kan de bestuurder de sproei-installatie bedienen.

In de gemeente Barendrecht doet het bedrijf samen met de ontwikkelaar van de weed-it proeven met onkruidbestrijding met een gps-systeem. „Zeg maar een soort TomTom op de quad”, aldus Boender. „Er is dan precies uit te lezen hoeveel we van een bepaald middel spuiten in welke wijk.”

Volgens Boender gebruikt het apparaat nog geen halve liter bestrijdingsmiddel per hectare. „We spuiten vooral in gemeenten met CDA, VVD en SGP in de gemeenteraad. Zodra GroenLinks en de SP in de raad zitten, krijgen ambtenaren het gif er niet meer door, terwijl de methode milieuvriendelijker is dan borstelen of branden.”

Aan de groei van het Sliedrechtse bedrijf zit één schaduwkant: het vinden van geschikt personeel. „Het aantrekken van een goede voorman is problematisch”, zegt Verheij. „Het personeelsprobleem beperkt onze groei.” Al zijn Verheij en Boender hoopvol gestemd in de aanloop naar het 25-jarig bestaan van het bedrijf in de zomer van 2010.