De bank kreeg half september van de onderzoeksrechter die het faillissement van het energieconcern bekijkt een dagvaarding waarin alle stukken over haar bemoeienis met Enron werden opgeëist.

Dat verzoek is te ongenuanceerd en te breed, aldus een woordvoerder van Rabobank vrijdag. Rabo was in 2000 betrokken bij een gecompliceerde schuldenruil met Enron. Via Royal Bank of Canada (RBC) verpandde Enron tijdelijk een pakket aandelen ter waarde van 500 miljoen euro aan Rabobank. De afwikkeling van de transactie werd echter doorkruist door het failliet van Enron.

„We zijn in principe bereid mee te werken, maar dan wel in alle redelijkheid”, aldus de woordvoerder van Rabobank. Het probleem voor de bank schuilt met name in de lopende rechtszaak over hun transactie met Enron en RBC. De Canadese bank eist 500 miljoen euro, Rabo bestrijdt dat. „Als we nu voldoen aan het verzoek van de faillissementsrechter kan dat onze zaak tegen RBC in gevaar brengen”, stelt de woordvoerder.

ABN Amro levert wel documenten voor het onderzoek. De bank bereikte daarover overeenstemming met de onderzoeksrechter, aldus een zegsman gisteren. Enron kreeg enkele kredieten van ABN Amro. Toen duidelijk was dat het concern failliet zou gaan, trof de bank een voorziening van 110 miljoen euro.

Wereldwijd is bijna vijftig internationale, financiële instellingen en enkele tientallen advocatenkantoren gevraagd om alle stukken over Enron aan de faillissementsrechtbank in New York te geven. Die onderzoekt de val van de energiereus die ten onder ging aan het op dubieuze wijze wegsluizen van schulden. Volgens Rabobank maken veel instellingen bezwaar tegen het grootschalige en zeer algemene karakter van het verzoek.