Spijkenisse moet financiële reserve aanspreken
De gemeente Spijkenisse moet een deel van haar financiële reserve en een overschot uit 2006 aanwenden om de financiële situatie solide te houden.
Het gaat om 15 miljoen euro. De helft daarvan komt uit de spaarpot, de andere helft uit het overschot van 2006. De wethouders G. J. ’t Hart (Financiën) en C. Mourik (Ruimtelijke Ordening en Grondbedrijf) maakten dat vrijdagmiddag bekend. „Het is geen blijde boodschap. Het is het gevolg van een herziening van de grondexploitatie.”Bij de grondexploitatie is sprake van gewijzigde marktomstandigheden. Externe factoren zorgen voor behoorlijke prijsstijgingen. Uit de kostenlijst, die wettelijk moet worden bijgehouden, blijkt dat vooral het bouwrijp maken van grond veel duurder uitvalt.
De algemene reserve van de gemeente bedraagt momenteel 23 miljoen euro. Spijkenisse streeft ernaar om daar 25 miljoen van te maken. Dat lukt ook, omdat men jaarlijks ongeveer 3 miljoen euro op de begroting overhoudt. Ondanks dat er nu een aanslag wordt gepleegd op een deel van die spaarpot, gaan de burgers er niets van merken. Er wordt niet bezuinigd en de lasten stijgen niet.