Buitenland

Opvang van koningsdochters

Seksueel misbruik en huiselijk geweld gaan ook de orthodox-joodse gemeenschap in Israël niet voorbij. Op dergelijke misstanden rust echter een groot taboe, waardoor de hulpverlening ernstig wordt bemoeilijkt. Noach Korman: „We hoeven niet de vuile was buiten te hangen. Maar onschuldigen moeten wel worden beschermd.”

Mr. Richard Donk
11 April 2008 20:18Gewijzigd op 14 November 2020 05:44
Sara (m.) met twee van haar kinderen op de binnenplaats van Miklat Bat Melech. Het opvangcentrum herbergt momenteel negen vrouwen en achttien kinderen uit orthodox joodse kring. Foto Sjaak Verboom
Sara (m.) met twee van haar kinderen op de binnenplaats van Miklat Bat Melech. Het opvangcentrum herbergt momenteel negen vrouwen en achttien kinderen uit orthodox joodse kring. Foto Sjaak Verboom

Beit Shemesh -Huis van de Zon- doet zijn naam alle eer aan. De mediterrane voorjaarszon giet een weldadige warmte uit over het stadje, halverwege de weg tussen Jeruzalem en Tel Aviv. De velden zijn groen, gesierd met talloze wilde bloemen. Lente in Israël.In Beit Shemesh bevindt zich Miklat Bat Melech -Hebreeuws voor Opvang van een Koningsdochter-, een opvangcentrum voor misbruikte en mishandelde orthodox-joodse vrouwen en kinderen. Het lijkt een heel gewoon huis. Maar niets is minder waar. Een zware stalen poort, die alleen van binnenuit kan worden geopend, verspert de toegang tot het pand. Camera’s houden de omgeving 24 uur per dag in de gaten. En als het nodig is, zijn binnen enkele minuten gewapende bewakers paraat om indringers te verjagen.

Daar is ook alle reden toe. Regelmatig staan woedende echtgenoten aan de deur die hun vrouw en kinderen weer mee naar huis willen nemen. „De politie heeft al diverse arrestaties verricht. Laatst hadden we nog een hysterische man bij de poort. Ze hebben alle mogelijke moeite moeten doen om hem weg te krijgen. Later hoorden we dat hij in Jeruzalem zelfmoord heeft gepleegd”, zegt Sari Meir, een kordate vrouw die de scepter over het centrum in Beit Shemesh zwaait.

Veiligheidsproblemen
Momenteel herbergt het opvangcentrum negen vrouwen en achttien kinderen. Elk ’gezin’ krijgt een eigen kamer van zo’n 3 bij 4 meter. In sommige vertrekken huizen meer dan vijf personen die over maximaal twee bedden beschikken. De vrouwen runnen het huishouden in de shelter volledig zelf. Afwassen en koken gebeurt volgens een strak schema. Voor de kleinste kinderen is er ’s morgens een crèche.

De oudere kinderen gaan naar school. Ook dat brengt de nodige veiligheidsproblemen met zich mee, vertelt Meir. „De leerlingen worden met een speciale bus opgehaald, waarin ook een bewaker meerijdt. De school weet van hun situatie af. De leerkrachten hebben strenge instructies gekregen. Zo mogen ze de kinderen nooit met iemand anders dan hun vaste begeleider laten meegaan.”

Ondanks alle veiligheidsmaatregelen gaat het toch nog wel eens bijna fout, weet Sara, die alleen met haar voornaam in de krant wil. „Vandaag hadden we een uitje met alle vrouwen en kinderen van het centrum. Plotseling stond mijn vroegere buurman voor me en begon tegen me te schreeuwen. In allerijl ben ik naar de shelter teruggebracht.”

Sara emigreerde twaalf jaar geleden vanuit Rusland naar Israël, samen met haar toen zesjarige zoon, die ze uit haar eerste huwelijk had gekregen. In 1998 trouwde ze met een orthodox-joodse man, een gearrangeerde verbintenis. „Ons geluk duurde niet lang”, vertelt de Israëlische. „Al binnen enkele maanden na onze trouwdag begon hij me te slaan. Eens probeerde hij me zelfs te vermoorden. Ik ben toen gevlucht, maar hij ontvoerde een van de kinderen en dreigde het iets aan te doen. Toen ben ik toch weer teruggekomen.”

Na een van de vele mishandelingen stapte Sara naar de politie. Die maakte foto’s van haar verwondingen en pakte haar echtgenoot op. „Hij kwam er met een boete van af. Zo gaat het vaak: de man wordt soms wel gestraft, maar keert daarna op een zeker moment toch weer terug. En dan begint alles weer opnieuw.”

Arabier
Het slaan stopte na tussenkomst van de politie grotendeels, maar de „huiselijke terreur” werd alleen maar erger, aldus Sara. „Op seksueel gebied gebruikte hij me te pas en te onpas. Hij beheerde al het geld en sloeg de kinderen. Hij controleerde alles - van minuut tot minuut. Ik mocht nergens heen. Hij schreeuwde voortdurend tegen ons. Hij dreigde steeds dat hij me zou vermoorden als ik ervandoor zou gaan. Mijn echtgenoot komt oorspronkelijk uit Irak. In zijn geloof is hij joods, maar hij gedraagt zich als een Arabier.”

Ten einde raad belde Sara naar een maatschappelijk werker van Miklat Bat Melech. „Ze zeiden me dat ik een tas met spullen klaar moest maken en bij bevriende buren moest verbergen. ’s Morgens vroeg, toen mijn man nog sliep, kwamen ze me ophalen, samen met mijn jongste kind. De andere drie kinderen hebben we van school gehaald en daarna zijn we rechtstreeks naar het opvangcentrum gegaan. Ik ben nog steeds erg bang dat hij op een dag aan de deur zal staan.”

Over een leven na de shelter durft Sara nog niet na te denken. „Ik zit hier pas vier weken. De meeste vrouwen blijven hier gemiddeld zes maanden. Ik heb inmiddels wel een rabbijn gevonden die aan mijn kant staat en wil bemiddelen bij een echtscheiding. Ik hoop daarna een orthodoxe gemeenschap te vinden die bereid is mij op te nemen, zodat ik een nieuw bestaan kan opbouwen.”

Krantenkoppen
Het verhaal van Sara staat bepaald niet op zichzelf. Berichten over misbruik en huiselijk geweld in orthodox-joodse kring halen regelmatig de krantenkoppen in Israël. Een ultraorthodox echtpaar uit Beit Shemesh werd onlangs gearresteerd op verdenking van het veelvuldig aanranden van zijn twaalf kinderen. Ook zou er tussen de kinderen onderling van incest sprake zijn.

In Jeruzalem doet de politie momenteel onderzoek naar een ultraorthodox gezin waarvan twee peuters ernstig zijn mishandeld. Het jongste kind ligt nog altijd in coma in het ziekenhuis. De moeder zou volgens de aanklacht haar kinderen regelmatig met zweepslagen „corrigeren.” Justitie beschikt over aanwijzingen dat het bewuste echtpaar tot een sekte behoort die het met geweld opvoeden van kinderen propageert.

De lijst beperkt zich niet tot geweld binnenshuis. Tijdens het afgelopen Poerimfeest raakte de 15-jarige zoon van de Messiasbelijdende voorganger David Ortiz ernstig gewond bij een bomaanslag in Ariel. De politie houdt er rekening mee dat orthodoxe extremisten achter de aanval zitten.

Noach Korman, overkoepelend directeur van de twee opvangcentra waarover Miklat Bat Melech beschikt, wijst er nadrukkelijk op dat huiselijk geweld en seksueel misbruik niet typerend voor de orthodox-joodse gemeenschap zijn. „Dit probleem komt overal voor. Het lastige is dat we niet over betrouwbare statistieken beschikken, omdat er zo’n enorm taboe op dit onderwerp rust.”

Dat taboe brengt ook met zich mee dat slachtoffers niet of nauwelijks over hun ervaringen durven te praten. „De afgelopen tien jaar is daar gelukkig enigszins verandering in gekomen”, aldus Korman. „Maar nog altijd wordt het bestaan van dit fenomeen door een deel van de gemeenschap simpelweg ontkend. We kunnen onze ogen echter niet sluiten. Er zíjn opvangcentra, dus er ís een probleem. We hoeven niet de vuile was buiten te hangen. Maar onschuldigen moeten wel worden beschermd.”

Automatisch geloven
Acht jaar geleden opende Miklat Bat Melech in Jeruzalem de eerste shelter. Enkele jaren later volgde in Beit Shemesh een tweede. Een langgekoesterde wens van Noach Korman. „Ik werkte destijds als advocaat en behandelde veel zaken van misbruikte orthodoxe vrouwen die om een echtscheiding vroegen. Eens kwam er een vrouw die haar echtgenoot was ontvlucht. Ze vroeg me om huisvesting. Ze had al dagenlang in de lobby van een hotel geslapen, samen met haar baby. Ik heb haar op de mogelijkheid van opvang gewezen, maar ze wilde niet naar een niet-religieuze instelling. Ik heb wel dertig telefoontjes gepleegd. Uiteindelijk wilde een oudere dame haar onderdak verlenen.”

Vanaf dat moment zette Korman zich in om een opvangcentrum speciaal voor religieuze vrouwen op te zetten. „Ik ging in overleg met diverse rabbijnen, maar die vonden het onnodig. Een van hen wilde me na verloop van tijd toch helpen. Samen hebben we een plan gemaakt. Met een bescheiden overheidssubsidie en fondsen van een Amerikaanse hebben we de zaak vervolgens opgebouwd.”

Inmiddels heeft Miklat Bat Melech aan meer dan 300 vrouwen onderdak verleend. De maximale capaciteit ligt rond de veertig slachtoffers per jaar, de kinderen niet meegerekend. Via een telefoonlijn die 24 uur per dag beschikbaar is, kunnen vrouwen zich bij de instelling melden.

„Daarna volgt een aantal selectierondes”, legt Noach Korman uit. „Ons uitgangspunt is dat we elke vrouw automatisch geloven. Soms gaan we daarmee de fout in. Maar íémand moet hen geloven. Als je in Amerika een visum aanvraagt, moet je eerst bewijzen dat je uit het goede hout gesneden bent. Zo werkt dat bij ons niet. We beschouwen onze cliënten niet op voorhand als verdachte.”

Slinkse wijze
Hoewel de organisatie de adressen van het hoofdkantoor en de beide shelters geheimhoudt, worden directie en medewerkers toch regelmatig met boze echtgenoten geconfronteerd. Soms gebeurt dat op slinkse wijze. „Een Argentijnse jood bood mij eens een flink bedrag aan om ons werk te steunen. Voorat hij het geld overmaakte, wilde hij echter wel ons project zien. Ik vertrouwde hem niet. Ik vroeg een van onze vrouwen, van wie ik wist dat ze van Argentijnse afkomst was, om het mobiele nummer van haar man. Terwijl de man en ik in de auto op weg naar het centrum waren, heb ik dat nummer gebeld. Prompt kreeg ik mijn passagier aan de lijn.”

Ook ontving Korman diverse keren doodsbedreigingen en werd hem ontvoering van zijn kinderen in het vooruitzicht gesteld. Hij haalt zijn schouders op. „Wat kun je eraan doen? Het is alleen wel triest dat die bedreigingen komen uit een gemeenschap waarin de rabbijnen de mannen keer op keer voorhouden dat ze hun vrouw en kinderen met respect moeten behandelen.”

Dat respect klinkt ook door in de naam van de instantie. Korman: „In de joodse leer wordt elke vrouw als een prinses beschouwd. Mannen worden verondersteld hen ook als zodanig te behandelen.”

Daarin zou de orthodoxe geestelijkheid meer kunnen betekenen, meent Korman. „Ze weten dat er een probleem is, maar stellen zich er niet actief tegen teweer. Ze moeten beseffen dat huiselijk geweld een ziekte is en zich er duidelijk tegen uitspreken. Zij zijn de enigen die overwicht op de mannen hebben.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer