Voordat Ateek tot zijn uiteenzetting komt waarom zelfmoordterreur niet goed is, gaat hij uitgebreid in op de achterliggende oorzaken van het verschijnsel. Daarbij doet hij een poging de zelfmoordenaars te begrijpen. De zelfmoordterreur ontstond volgens hem pas na 25 jaar van verslechtering van de politieke situatie waarin de Palestijnen leven en nadat het zeker werd dat de internationale gemeenschap machteloos was om de Palestijnen te helpen.

De zelfmoordenaars werden volgens hem geboren als menselijke wezens met liefde voor het leven en de vrijheid, maar de omstandigheden hebben hen radeloos gemaakt. „De enige Joden die zij kenden, waren Israëlische soldaten die geweren droegen en hen dehumaniseerden. Zij groeiden op en werden gevormd in de smeltkroes van de bezetting.”

Palestijnen geloven dat er een vicieuze cirkel bestaat van de Israëlische bezetting, het Palestijnse verzet daartegen, zwaardere onderdrukkende maatregelen door Israël, en grotere pogingen van de Palestijnse kant om het verzet te plegen.

Hij gaat ook in op de dagelijkse levensomstandigheden van de Palestijnen. „De bezette gebieden zijn letterlijk verdeeld in vele kleine kantons, waarbij het onmogelijk is om van het ene gebied naar het andere te reizen zonder de militaire controleposten tegen te komen. Het duurt uren om door gebieden te reizen die normaal slechts een paar minuten reistijd gekost zouden hebben.”

Verder hekelt hij de vernederingen waaraan Israël de Palestijnen onderwerpt. Die zijn volgens hem bedoeld om de mensen van hun waardigheid te ontdoen en ze zijn gericht tegen alle groepen en alle leeftijden in de Palestijnse samenleving.

Ateek moet echter concluderen dat de zelfmoordterreur de Palestijnen niet heeft geholpen. Israël bleek een flink aantal militaire opties achter de hand te hebben, die het rechtvaardigt als vormen van zelfverdediging. Daarvoor ontvangt Israël dankzij een succesvolle mediacampagne nog begrip in het buitenland ook, want „vele landen in de wereld zijn tegen zelfmoordbomaanslagen.”

Zelfmoordaanslagen zijn een misdaad tegen God, zo betoogt Ateek. Hij noemt het een misdaad als de zelfmoordenaar het bloed van een ander en van zichzelf vergiet. De zelfmoordenaars veroorzaken de dood van anderen, waarvan velen onschuldige burgers zijn. Verder moeten Palestijnen naar zijn mening geen kwaad met kwaad vergelden, maar vertrouwen „op Degene die rechtvaardig oordeelt.” Palestijnen moeten zich niet overgeven aan gevoelens van totale wanhoop en hopeloosheid. Volgens hem staat God aan de kant van degenen die onderdrukt worden. De hoop van de Palestijnen moet gevestigd zijn op God, „die uiteindelijk onze redder en bevrijder is”.