Hopeloos
Was deze jongeling als een Farizeeër, gehecht aan de weg van eigengerechtigheid, het was nog te verschonen. Hij volgde het beste en meende dat dat hem zou brengen tot het leven. Maar hoe verdoemelijk was het dit te doen onder de prediking van het Evangelie. Die prediking zegt dat de ganse wereld voor God verdoemelijk is en dat er geen leven is dan de rechtvaardigheid Gods die geopenbaard is uit het geloof tot geloof.Was het een vreselijke zonde voor de Farizeeën dat ze de raad van God tegen zichzelf hadden verworpen, wat een verschrikkelijk oordeel is hier dan te wachten als men zich onder de heldere evangeliedienst aan dezelfde misdaad schuldig maakt. Och, dat Gods Geest eens een ondekkende overtuiging in uw hart mocht werken. Hoe moet zo’n overtuiging dan ingang krijgen? Zie maar eens recht op Gods geboden, zie eens wat de Heiland de jongeling voorhield en overdenk toch eens wat die geboden allemaal bevatten. Doe dat alles in biddend opzien. De ontdekking en de overtuiging schijnen dan geheel tegen u te zijn. O, u bent toch niet zo dwaas dat u onder uw overtuiging blijft vasthouden aan uw eigen gerechtigheid?
Men denkt wel dat het verloren is wanneer alles wordt ontnomen en niets dan ongerechtigheid en doemschuld overblijft. Maar nooit is men nader aan de zaligheid. Geef dan de moed van zelfbehoud maar op, ik beveel u aan Jezus’ voeten.
Franco de Bruin, predikant te Amsterdam (Leer uit Jezus’ mond, 1764)