PvdA: Abortusregels niet aanscherpen
Coalitiepartner PvdA voelt niets voor verkorting van de termijn waarbinnen abortus mag plaatsvinden omdat artsen steeds eerder vroeggeborenen in leven kunnen houden.
„We gaan de grens voor levensvatbaarheid niet verleggen, zo hebben we afgesproken in het regeerakkoord”, zo zei PvdA-Kamerlid Gill’ard woensdag in de Tweede Kamer tijdens een afrond debat over de evaluatie van de Abortuswet.Ze maakte haar opmerking in de richting van CDA-Kamerlid Ormel, die gisteren staatssecretaris Bussemaker prees voor haar bereidheid neonatologen te vragen of de levensvatbaarheidsgrens voor pasgeborenen naar beneden kan. Als dat het geval is, gaat ook de grens waarbinnen een abortus mag plaatsvinden naar beneden. In de wet staat dat abortussen mogen tot het moment dat een foetus buiten het moederlichaam in leven kan blijven. In de abortuspraktijk wordt nu uitgegaan van een levensvatbaarheidsgrens van 24 weken. In verband met een zekere marge, breken ze in principe alleen zwangerschappen af tot 22 weken.
Medici kunnen tegenwoordig echter ook jonggeborenen na een zwangerschap van 22 weken in het leven behouden. Dat zou betekenen dat de grens waarbinnen een abortus mag plaatsvinden naar 20 weken moet.
CDA-Kamerlid Ormel wees zijn PvdA-collega er woensdag op dat het denken over abortus in de vier jaar na het afsluiten van het regeerakkoord niet stil hoeft te staan. Bovendien, zo benadrukte de christendemocraat, staat de grens van 24 weken niet in de Abortuswet, maar deze is afgeleid van wat deskundigen daarover zeggen. Staatssecretaris Bussemaker onderschreef de CDA-benadering.
De bewindsvrouw beloofde SGP-Kamerlid Van der Vlies dat ze dit najaar, bij de begroting voor 2009, met concrete plannen komt om de knelpunten in huisvesting en inkomen voor tieners die zwanger zijn en geen abortus willen, op te lossen. Daarop trok de SGP’er een motie die hij daarover had ingediend, weer in.
Van der Vlies diende ook een motie in om abortusartsen te houden aan de wettelijke verplichting om ongewenst zwangere vrouwen te informeren over alternatieven voor zwangerschapsafbreking. Ook wil de SGP’er dat de betrokken vrouwen tijdens de wettelijke bedenktermijn schriftelijke informatie hierover meekrijgen. Bussemaker wijst aanvaarding van deze motie af omdat deskundigen momenteel bezig zijn met de opstelling van een protocol voor abortusartsen. „Laten we eerst de opstelling van deze richtlijn afwachten”, aldus de bewindsvrouw.