Brussel: Vergroot ontwikkelingshulp
De Europese Commissie spoort de EU-landen aan meer geld vrij te maken voor bestrijding van de armoede elders op deze aarde. Het lijkt erop dat de lidstaten eerdere toezeggingen over een verhoging van de ontwikkelingshulp niet naleven.
De Unie is mondiaal veruit de belangrijkste donor. Jaarlijks reserveert zij voor de bestedingen in deze sfeer 93 euro per burger. Daarmee overtreft zij ruimschoots de Verenigde Staten (53 euro) en Japan (44 euro); en de onderlinge afstand groeit alleen maar.Maar ondertussen was er in 2007 wel sprake van een krimp in de uitgaven, voor het eerst sinds 2000. Het totaal aan financiële steun vanuit Europa voor de derde wereld verminderde van 47,7 miljard euro tot 46,1 miljard. Onder de toonaangevende partners droegen Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië flink bij tot die daling en hield alleen Duitsland het niveau van de schenkingen op peil. Een dergelijke gang van zaken strookt niet met de gemeenschappelijk uitgestippelde route. Daarom roept Brussel op in de begrotingen er een schepje bovenop te doen. Het kan op dit punt trouwens niets afdwingen.
In 2005 werd in EU-verband besloten te streven naar een uitbreiding van het gezamenlijke budget tot 0,56 procent van het nationaal inkomen in 2010 en 0,7 procent in 2015. Dat gebeurde tegen de achtergrond van de zogeheten millenniumdoelstellingen van de VN. Op een top in september 2000 aanvaardden de toen bijna 190 bij die organisatie aangesloten naties een verklaring met daarin een achttal concrete en meetbare inspanningsverplichtingen.
Zo dient in 2015 het aantal mensen dat in extreme armoede leeft te zijn gehalveerd en moeten dan overal alle kinderen deelnemen aan een vorm van basisonderwijs. Andere afspraken in dit kader hebben betrekking op het uitbannen van ziekten als aids en malaria, op het terugdringen van moedersterfte bij bevallingen en op het verbeteren van de beschikbaarheid van veilig drinkwater. Dat allemaal realiseren is alleen mogelijk als de rijkere landen meer geld uittrekken.
De Europese Commissie beschouwt dit onderwerp als een prioriteit. Voorzitter José Manuel Barroso illustreerde dat woensdag door zelf tegenover de media een toelichting te verstrekken op de nota die zijn college kort ervoor in de wekelijkse vergadering had vastgesteld. „Het gaat niet om abstracte beloften, maar om politieke toezeggingen. Hoe denkt u die te verwezenlijken?” benadrukte hij in de richting van de hoofdsteden. Hij nodigt ze uit te laten weten hoe hun plannen op dit gebied eruitzien.
Hij wil graag dat de EU wereldwijd een voortrekkersrol blijft spelen. „Wij zijn de nummer één. Dat is iets om trots op te zijn. Tegelijk vraagt dat om extra ontwikkelingshulp om de doelen te halen.” Barroso verlangt van de regeringen een herbevestiging van de percentages waaraan zij zich in het verleden hebben verbonden. Hij haalde de burger erbij om de druk op te voeren. Uit enquêtes blijkt dat twee derde van de Europeanen een ruimhartig en solidair beleid wenst, een actieve opstelling om de armoede aan te pakken.
Behalve op vergroting van het budget, dringt de Commissie aan op overleg over een efficiënte inzet van de financiële middelen. Dat moet resulteren in een goede taakverdeling, in een afstemming van welke afzonderlijke donor welke landen en welke sectoren helpt. Anders zouden er potentiële ontvangers buiten de boot kunnen vallen. Er mogen geen ’wezen’ ontstaan, zoals Barroso het uitdrukte.
Hij beseft overigens dat als het gaat om het naar boven aanpassen van het volume van de geldstromen, het tij niet meezit. Het tempo van de economische expansie zwakt af en dat veroorzaakt krapte in de begrotingen.
De Commissie zal dit jaar in diverse fora een discussie aanzwengelen over de millenniumdoelstellingen: in juli tijdens het jaarlijkse beraad van de leiders van de G-8 en in september op een VN-vergadering. Maar eerst is nodig, zo beklemtoont Barroso, dat de EU intern orde op zaken stelt en sneller voortgang boekt. Daartoe agendeert hij het dossier voor de top van de regeringsaanvoerders in juni.
De Belgische Eurocommissaris Louis Michel, die de portefeuille ontwikkeling en humanitaire hulp beheert, spreekt van een „geloofwaardigheidstest” voor Europa in 2008. Hij hamerde er woensdag op dat er geen verschil mag zitten tussen woorden en daden; geen retoriek, maar gewoon de verplichtingen nakomen.