Koolhaas leek de opdracht voor het scheppen van een nieuw vergadercentrum midden in Brussel voor topontmoetingen van Europese regeringsleiders al op zak te hebben. De Belgische premier Verhofstadt was immers zeer ingenomen met zijn ideeën. „Maar het besluit om een wedstrijd uit te schrijven, was al genomen”, zegt een woordvoerster van de Brusselse regionale premier de Donnéa.

Groot was dan ook de verbazing op het kantoor van Koolhaas, toen twee weken geleden een briefje binnenkwam dat OMA niet mag meedingen. Reden: een Belgische mede-ontwerper was vergeten de ’verklaring van eer’ te ondertekenen; een soort bewijs van goed gedrag.

„Ze hadden ook een inhoudelijk argument: er was iets niet goed met de multifunctionaliteit”, zegt een woordvoerder van OMA. Op Koolhaas’ kantoor overheerst de indruk dat dergelijke formaliteiten worden misbruikt om ervoor te zorgen dat er alleen nog maar Belgische ondernemingen mogen meedingen.

Volgens de woordvoerster van de Donnéa was de indruk ontstaan dat Koolhaas werd voorgetrokken. Daarom was de jury, die wordt voorgezeten door afgevaardigden van het Brussels gewest en van premier Verhofstadt, voor alle kandidaten heel streng.