Geen verbondenheid zonder Evangelie
Behalve de Arabische christenen hadden de Messiasbelijdende Joden een veel duidelijker plaats moeten krijgen in de Israëlnota van de PKN, schrijft ds. A. Jonker. Zij zijn bij uitstek degenen die aan hun volksgenoten kunnen getuigen van de ene weg tot behoud: het ware geloof in Jezus Christus.
In de afgelopen weken voerden ds. G. H. Abma en dr. H. Veldhuis in deze krant een briefwisseling als aanloop op de vergadering van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland. Donderdag 10 april spreekt die in Lunteren over het definitieve rapport ”Het Israëlisch-Palestijns-Arabisch conflict” (de IPA-nota). Het gaat vooral om de vraag: hoe zijn we verbonden met Israël?De kerk belijdt haar onopgeefbare verbondenheid met het Joodse volk. Blijft dit gehandhaafd? Ik hoop en verwacht van wel. Maar hoe ziet men deze verbondenheid? Veldhuis weet zich op grond van het geloof verbonden met de Joden die de Heere Jezus als Messias belijden. Ook weet hij zich op grond van de geschriften van het Oude Testament verbonden met de religieuze Joden. Maar met ongelovige, seculiere Joden voelt hij zich niet verbonden. Abma benadrukt dat alle Joden behoren tot het volk dat God heeft uitverkoren en dat God met heel Zijn volk een bijzondere weg wil gaan.
Ingeënt
Hier wil ik een spa dieper steken. Het centrum van Gods Woord is Gods Zoon, Jezus de Messias. Paulus wenste van niemand en niets anders te weten dan van Jezus Christus. Het gaat om de gekruisigde en opgestane Heiland, Die ten hemel is gevaren en zichtbaar zal wederkomen. Op grond van het geloof in Jezus Christus is de kerk verbonden met allen, Joden en heidenen, die in Jezus als hun Zaligmaker geloven. Er is niet slechts een onopgeefbare verbondenheid, maar in het ene lichaam van Christus een onverbreekbare verbondenheid. Daarom hadden, behalve de Arabische christenen, de Joden die de Heere Jezus als hun Messias belijden een veel duidelijker en uitgewerkte plaats in de IPA-nota moeten hebben.
Wat betekent het bovenstaande voor de (nog) niet in Christus gelovende Joden en Arabieren? Op grond van Gods gebod tot naastenliefde zullen we bidden voor allen, die zo veel lijden in dit ernstige conflict. Daarbij moeten we ook diaconale steun verlenen, niet alleen aan Palestijnen maar ook aan arme Israëli’s, zonder onderscheid!
Toch is er op grond van de Bijbel nog een specifieke verbondenheid met alle Joden. God noemt Israël Zijn erfdeel, het volk Hem ten eigendom. Dit is niet de verdienste van Abraham of van enige Jood, het is alleen Gods vrije verkiezing. Hij heeft Zijn volk apart gezet en Hij waakt over Zijn volk. Wie Zijn volk aanrandt, raakt Zijn oogappel aan. Wij weten dit alles door Gods Woord, dat we ontvingen via Joodse handen!
Gelovigen uit de volkeren zijn op een bijzondere manier met Israël verbonden. Volgens Romeinen 11 zijn zij als wilde takken ingeënt in de goede olijfboom. Door de geloofsverbondenheid met Christus is de gelovige ook verbonden met de vader der gelovigen Abraham. Heidenen zijn, vanwege het bloed van Christus, mede-erfgenaam van dezelfde belofte van heil die God aan Abraham gaf. Wij mogen niet hoogmoedig roemen tegen de natuurlijke takken (Israël), die (nog) op de grond liggen. Wij mogen geloven dat God nog heerlijke beloften heeft voor heel Zijn volk. Vanwege de God van het Woord, zijn we verbonden met het volk van God.
Opdracht
Zowel uit de IPA-nota, als op een studiedag in Hydepark (7 maart) en op een symposium van het Centrum voor Israëlstudies (5 april), bleek mij dat velen het moeilijk vinden om Messiasbelijdende Joden hun eigen plaats te geven. Hoe zou dat toch komen? Komt dit doordat de Messiasbelijdende Joden in theologische opvattingen zeer veel kunnen verschillen van elkaar en van onze kerken? Komt dit doordat de gemeenten van Messiasbelijdende Joden in Israël zeer klein zijn?
Of zou er nog een heel andere oorzaak kunnen zijn? Messiasbelijdende Joden zeggen heel duidelijk, dat het nodig is dat iedere Jood in de Heere Jezus moet geloven om zalig te worden. Schrikt men ervoor terug om te stellen dat er voor Jood en heiden maar één weg is tot behoud: het ware geloof in Jezus Christus? In ieder geval staat het nergens in de IPA-nota.
Zeker, er zijn grote bezwaren te noemen tegen een on-Bijbelse zendingsijver naar de Joden vanuit een zeer on-Bijbelse vervangingstheologie. Maar de Messiasbelijdende Jood Paulus wijst ons al op het gebed dat hij voor Israël doet… tot hun zaligheid! Zouden we als kerken en individuen niet veel meer moeten bidden voor de Joden, opdat zij tot het geloof in Jezus de Messias zullen komen?
Daarbij zullen we moeten erkennen dat, vanwege twintig eeuwen kerkgeschiedenis met veel antisemitisme en vanwege de Tweede Wereldoorlog, christenen uit de volken zeker niet de eerst aangewezen evangelisten zijn. Maar zijn niet de Joden die Jezus als Messias erkennen bij uitstek degenen die aan hun volksgenoten in woord en daad mogen getuigen van hun Heere en Heiland? Wij mogen met hen verbonden zijn in deze opdracht, door onze gebeden en morele en financiële steun.
De auteur is hervormd predikant te Baarn en voorzitter van de Stichting Steun Messiasbelijdende Joden.