Geen Kameronderzoek naar twist Wilders–kabinet
De Tweede Kamer stelt geen onderzoek in naar de controverse tussen PVV–leider Wilders en het kabinet over de gespreksverslagen die zijn gemaakt over de komst van de anti–Koranfilm Fitna. D66–leider Pechtold had daar wel om gevraagd.
Het dagelijks bestuur van de Kamer heeft volgens voorzitter Verbeet geen behoefte aan nader onderzoek, omdat het parlement zijn vertrouwen in deze kwestie heeft uitgesproken in het kabinet. Verbeet zei dat woensdag na afloop van een vergadering van het presidium waarin het verzoek van Pechtold is besproken.Het kabinet openbaarde vorige week tijdens een spoeddebat vertrouwelijke gespreksverslagen waaruit bleek dat Wilders overwoog aan het einde van zijn film de Koran te verscheuren en te verbranden. Het Kamerlid houdt vol dat hij in de gesprekken met ministers en hoge ambtenaren niets heeft gezegd over de inhoud van zijn film. Hij betitelde de verslagen, die hij niet heeft ondertekend, als leugens.
De motie van wantrouwen die Wilders tegen het kabinet indiende, werd met 141 tegen 9 (PVV) stemmen verworpen. Daarmee is het vertrouwen vastgesteld, aldus Verbeet. „Het uitgangspunt is de vertrouwensregel die er is tussen het parlement en het kabinet. Zolang het parlement niet uitspreekt dat ze geen vertrouwen heeft, is er vertrouwen", zei de Kamervoorzitter.
Uit opiniepeilingen bleek dat een derde van de bevolking het kabinet niet gelooft. In het dagelijks bestuur van de Kamer bestaat volgens Verbeet zorg over de manier waarop in de samenleving tegen de regering en het parlement wordt aangekeken. Het door Pechtold voorgestelde onderzoek zal daar echter niets aan veranderen, meent Verbeet.
Ze vindt het wel onbevredigend dat er een beeld is ontstaan van ministers en een parlementariër die elkaar beschuldigen van leugens. Maar de staatsrechtelijke vuistregel is volgens de Kamervoorzitter dat de regering wordt geacht de waarheid te spreken en alle inlichtingen te verstrekken waar de Kamer om vraagt.
Pechtold vindt het „zeer onbevredigend” dat er geen onderzoek komt. Volgens hem draagt dat niet bij aan het vertrouwen in de parlementaire democratie. Wilders, die deel uitmaakt van het presidium, liet eerder al weten weinig te verwachten van nader onderzoek. „Het blijft een welles–nietesspel. Het is mijn woord tegen dat van hen”, zei hij.
