„Doornen prediken ons de val in het paradijs”
„Doornen op de levensweg zijn pijnlijk, nuttig en nodig. Doornen in ons leven moeten ons brengen aan de voeten van de grote doornendrager, Jezus Christus.”
Dat zei ds. W. J. Karels dinsdag in de Adventkerk te Veenendaal, op de jaarlijkse bondsdag van de Bond van Vrouwenverenigingen der Gereformeerde Gemeenten. De predikant uit Hardinxveld-Giessendam sprak over ”Doornen op de levensweg”, naar aanleiding van Hosea 2:5: „Daarom, ziet, Ik zal uw weg met doornen betuinen.”„Wij kennen allemaal doornen op onze levensweg”, zei ds. Karels. „Doornen prediken ons de val in het paradijs.” De predikant noemde doornen een beeld van de vloek die we over ons hebben uitgeroepen.
Welke doornen worden er bedoeld? „De doornen zijn een beeld van verwarring, van onvruchtbaarheid, van verderf in onze ziel. Ook kunnen ze een beeld zijn van valse leraars”, aldus ds. Karels. Verder zijn ze een beeld van allerlei zorg, verdriet en rouw. „Maar achter de doornen zit een liefdevolle God. De Heere plaagt ons niet van harte. Hij doet het om ons tot bekering te brengen en ons aan Hem te verbinden”, zo zei hij.
Voor veel mensen lijkt het alsof ze geen doornen hebben op hun levensweg. „Niet dat we daarom moeten vragen. Ik lees dat nergens in Gods Woord”, aldus ds. Karels. Evenmin moeten we van doornen de grond maken van ons heil. „De Heere geeft ons een doorn in het vlees, opdat we zouden vrezen voor Zijn aangezicht.”
Vrezen betekent volgens de predikant dat we beven voor de Heere en buigen voor Zijn Woord. Hij wil en dat we Hem beminnen. „Wat is uw scherpste doorn? Is het u tot een doorn geworden dat u God kwijt bent?” zo vroeg ds. Karels. „Zie dan op de Kruisdrager Die de doornenkroon heeft gedragen.”
De vraag naar het nut van doornen op de levensweg spiegelde de predikant aan de apostel Paulus. Hem was een scherpe doorn in het vlees gegeven. Een engel van de satan die hem met vuisten sloeg. Paulus had die doorn nodig, opdat hij zich niet zou verheffen. „Maar als de satan Paulus sloeg, stond Christus klaar om balsem in de wonden te gieten.”
Wat die doorn in Paulus’ vlees geweest is, weten we niet. Daarover is, aldus de predikant, veel getwist, gegist en gemist. „De Bijbel zwijgt erover”, zo zei hij. „Ieder mag zijn eigen doorn invullen. Bepalend is waar het ons brengt. Er komt een tijd dat de doornen zullen verdwijnen. Ze zullen verbranden.”
Eerkroon
Ds. M. Mondria, predikant van de gereformeerde gemeente te Waardenburg, verving bondsvoorzitter ds. C. A. van Dieren die wegens ziekte niet kon komen. In zijn openingswoord stond hij stil bij de doornenkroon die de krijgsknechten voor Jezus hadden gevlochten en op Zijn hoofd zetten. „Borgtochtelijk moest de Heere smaad en hoon ondergaan. In de plaats van Zijn volk. Iedereen moest meedoen om Hem te krenken en Zijn lijden te verzwaren.”
„Die doornenkroon echter moest voor ons verzoening verwerven. Verzoening van de zonden van onze ogen, van onze oren, van onze tong en van onze gedachten. Maar Hij heeft Hem een kroon van ’t fijnste goud op het hoofd gezet. En Gods kinderen mogen de eerkroon dragen”, aldus ds. Mondria.
Dwanggedachten
Een van de vragen die dinsdagmiddag in het forum aan de orde kwamen, ging over de aanvallen van de satan die als een doorn in het vlees ervaren kunnen worden. Volgens drs. J. H. Baan, huisarts te Rijssen, kan dat te maken hebben met dwangmatige gedachten of dwangmatige handelingen. De medicus noemde dat een obsessief-compulsief syndroom. De inhoud van dwanggedachten kan volgens hem velerlei zijn. Het is nodig dat iemand die daaraan lijdt zich onder medische behandeling stelt.
Een ander stelde dat er onder ons weinig aandacht is voor vrouwen die door hun man verlaten zijn. Dat kan een kruis in het leven betekenen. Huisarts Baan erkende dat. Volgens hem bestaat er onder hulpverleners verlegenheid met dit probleem.
Krommingen
In zijn slottoespraak op de bondsdag stond Baan stil bij het boek ”Het kromme in het levenslot”, geschreven door Thomas Boston. Boston heeft veel ellende gekend in zijn leven, aldus Baan. Hij heeft met veel ziekten te kampen gehad en maar liefst zes kinderen grafwaarts moeten dragen. „Een van hen droeg de naam Eben-Haëzer. Het viel Boston moeilijker die naam te begraven dan het kind.”
Boston maakt in het boek onderscheid tussen reine en onreine, lichamelijke en geestelijke krommingen. „Het ging Boston erom dat we de Heere leren danken voor de krommingen in ons leven. Krommingen die ons aan Hem verbinden”, aldus de huisarts.