Echte betekenis prins Claus blijft raadsel
Ondanks de overvloedige media-aandacht deze week voor prins Claus weten we eigenlijk bar weinig over de overleden prins, constateert dr. Thomas von der Dunk, kunsthistoricus en publicist. „Waarom zendt de televisie zeven keer die stropdasscène uit? Omdat er niet zo veel interessante beelden van Claus zijn. Naar de echte betekenis van Claus blijft het gissen.”
De 41-jarige Von der Dunk -door zijn aderen stroomt Duits en Joods bloed- is republikein, heeft „niets bijzonders” met het koningshuis, maar schrijft en spreekt er toch veelvuldig over. De in Amsterdam wonende wetenschapper ontmoette de prins nooit persoonlijk. „Ik ken hem van de beelden op tv en de verhalen in de krant. Maar wat weet je dan van iemand? Als Claus in de openbaarheid trad, was het vrijwel altijd als echtgenoot van de Koningin. Denk aan de kranslegging op De Dam en aan Koninginnedag. Claus vervulde dan een representatieve rol; hij deed geen persoonlijke uitspraken.
Voorzover Claus dat bij andere gelegenheden wel heeft gedaan, was het altijd over politiek onomstreden zaken. Daar moest hij zich toe beperken. Had hij zich daar niet aan gehouden, dan kon hij de volgende dag rekenen op vragen in de Tweede Kamer over zijn optreden. Claus was zich goed bewust dat hij als prins-gemaal geen politiek pikante uitspraken moest doen.
Dat kwam ook tot uitdrukking in de tv-beelden afgelopen week. Die waren weinigzeggend als het gaat om de vraag: Wie was Claus? Hoe dacht hij? Zeven keer zag ik hoe Claus tijdens een toespraak zijn stropdas afdeed en de zaal in gooide. Toen heb ik de tv uitgezet. Wat zegt zoiets? Claus is van onschatbare waarde. Letterlijk. Niemand kan inschatten wat zijn betekenis, zijn invloed is geweest. Dat was anders als Kok of Lubbers zou zijn overleden. Die hebben zelf toespraken in het openbaar gehouden waarin zij hun ideeën uitten. Zelfs van Beatrix weten we meer dan van Claus.”
Geen geheim
Milieubeheer en ontwikkelingssamenwerking worden steevast genoemd als terreinen waarop prins Claus zich thuis voelde, zijn invloed aanwendde en ideeën opperde. „Toch moet je voorzichtig zijn met de conclusie: Zo dacht Claus er dus over”, nuanceert Von der Dunk. „Het ging voor 90 procent om zaken en meningen waarover we het met elkaar over eens zijn. Maar die 10 procent waar we het niet over eens zijn, is natuurlijk veel interessanter. Uitgerekend daarover kon Claus zich in het openbaar niet uitlaten. Dan zou hij direct een probleem met de ministeriële verantwoordelijkheid hebben gehad.
Dat is bij mijn weten slechts één keer gebeurd: in de jaren zeventig. Het ging toen om de vraag of Claus’ inzet voor ontwikkelingssamenwerking tot politieke problemen zou kunnen leiden vanwege de toekenning van subsidies aan omstreden groeperingen.”
Claus maakte zelf geen geheim van zijn beperkte vrijheid, constateert Von der Dunk. „De prins noemde ooit het doorknippen van linten zijn corebusiness. Dat zal hij met de hem typerende zelfspot hebben gezegd, maar die uitspraak geeft wel aan hoe Claus zijn eigen positie ervoer. Overigens niets ten nadele van zijn capaciteiten. Capaciteiten hád Claus. Voordat hij met Beatrix trouwde was hij een succesvol diplomaat. Claus was een man met belangstelling voor serieuze zaken. Dat kun je niet van al zijn voorgangers zeggen. Prins Bernhard is verzot op snelle auto’s en militair vertoon en prins Hendrik kwam niet verder dan jacht en padvinderij. In die zin stak Claus gunstig af.”
Niet in opspraak
Von der Dunk vindt het opvallend dat prins Claus nooit de monarchie in opspraak bracht door zijn gedrag of uitlatingen. „Ook dat geldt niet voor al zijn voorgangers. Prins Bernhard bijvoorbeeld had verkeerde vrienden. Dat leidde tot de Lockheed-affaire. Bovendien leed zijn huwelijk met Juliana onder spanningen. Denk aan de kwestie-Greet Hofmans.”
Het wordt voor Máxima een hele toer om net als haar schoonvader maatschappelijk actief te zijn zonder met de ministeriële verantwoordelijkheid in botsing te komen, verwacht Von der Dunk. „Máxima gaat zich inzetten voor de multiculturele samenleving. Dat heeft een risico. Hoe verhouden zich haar activiteiten tot het vreemdelingenbeleid van de regering? Willem-Alexander heeft voorlopig iets veiligers gekozen: watermanagement. Daar kan hij zich bijna geen buil aan vallen.”
De intrede van Claus in het Nederlandse koningshuis moet voor de prins een enorme stap zijn geweest, meent Von der Dunk. „Claus was al veertig toen hij trouwde en had een carrière als diplomaat achter de rug. Bovendien kwam hij uit Duitsland, een land dat op dat moment, in 1966, moderner was dan Nederland. Wij hadden nog een standenmaatschappij. Die was in Duitsland, als vrucht van de oorlog, allang verdwenen.
Bovendien werd er na 1945 in Duitsland bewust gebouwd aan een democratie, als reactie op het nazisme. Ons land liep daarbij achter. Er heerste, zeker begin jaren zestig, nog een soort plechtstatigheid. Dat constateerde ik deze week weer toen ik de Polygoon-journaals zag over de begrafenis van koningin Wilhelmina. De verslaggevers spraken weliswaar fatsoenlijk Nederlands, maar op een enigszins galmende manier, kenmerkend voor die tijd.”
Archaïsch
Een koningshuis op zich was al een vreemd fenomeen voor Claus, aldus Von der Dunk. „Duitsland kent al sinds 1918 geen koningshuis meer. Claus groeide op in de republiek Weimar. Bovendien kwam hij ook nog eens in een behoorlijk archaïsch koningshuis terecht. Koningin Juliana probeerde weliswaar een heel gewone vrouw te zijn -liet zich ook met mevrouw aanspreken-, maar de mensen om haar heen zijn zich altijd lakeiachtig blijven gedragen.
Met het aantreden van Beatrix als staatshoofd, in 1980, werd het byzantinisme alleen maar erger, omdat Beatrix zelf de afstand tot het volk vergrootte. Zij laat zich bijvoorbeeld nog steeds met majesteit aanspreken. Juliana werd wel op de fiets gesignaleerd, van Beatrix is dat niet bekend. Zij liet zich wel te paard fotograferen. Typerend: het paard is symbool van macht, van heersen.
Het is moeilijk om als modern staatshoofd het juiste midden te vinden. Je mag niet te gewoontjes zijn -dan vraagt het volk zich af waarom we een koningshuis hebben-, maar je mag ook niet afstandelijk zijn, want dan daal je in populariteit. Ik verwacht dat Claus, met zijn diplomatenachtergrond, zijn vrouw op dit punt waardevolle adviezen heeft gegeven.”
Sentimenten
Von der Dunk keek de afgelopen dagen ook naar programma’s over prins Claus op de Duitse tv-zenders. Die vond hij eigenlijk interessanter. „Daaruit bleek bijvoorbeeld dat Claus zich als diplomaat sterk had opgedrongen aan de Israëlische ambassadeur in het land waarin hij zelf was gestationeerd. De ambassadeur moest hem aanvankelijk niet, omdat hij Duitser was. Maar na herhaaldelijk aandringen mocht Claus toch langskomen en in korte tijd wist hij het ijs te breken. Ook heeft Claus in Duitse tv-interviews kritische dingen gezegd over de anti-Duitse sentimenten die lange tijd in Nederland aanwezig waren. Deze dingen heb ik gemist in de Nederlandse tv-uitzendingen.”
Dat prins Claus heeft meegeholpen de anti-Duitse gevoelens in Nederland weg te nemen, gelooft Von der Dunk wel. „Claus was het prototype van een goeie Duitser en zette zich volledig in om hier te integreren, onder andere door direct de Nederlandse taal te leren. Dat heeft zijn schoonvader niet gedaan. Die spreekt nog steeds Nederlands met een zwaar accent.
Claus werd al vrij snel niet meer als Duitser gezien. Daar is een aardige anekdote over, uit het midden van de jaren tachtig. Na een voetbalwedstrijd Nederland-Duitsland, die door Nederland werd gewonnen, versierden de zonen van Beatrix en Claus hun auto met anti-Duitse leuzen. Totdat Claus zei: Vergeet niet dat ik ook een Duitser ben. Zijn eigen zoons stonden daar kennelijk niet meer bij stil.”
Tegenspraak
Het staat voor Von der Dunk vast dat prins Claus invloed op het beleid van zijn vrouw had, maar hoe groot die was, vindt hij moeilijk te zeggen. „Je weet natuurlijk niet wat er bij de haard gebeurde, maar Claus was vermoedelijk de enige die Beatrix onomwonden durfde tegen te spreken, omdat ze voor hem niet de koningin was, maar zijn vrouw. Hij stond op gelijke voet met haar en dat kan niemand anders zeggen. Beatrix zal die tegenspraak missen. Het is heel gezond om af en toe tegengesproken te worden, ook voor een monarch. Anders weet je niet meer wanneer je wel en geen gelijk hebt.
Ik verwacht niet dat Beatrix snel zal aftreden, ook al is haar beste adviseur er niet meer. Natuurlijk wordt het regeren moeilijker voor haar, nu ze er alleen voorstaat. Maar ze is een sterke vrouw. Bovendien heeft het regeren haar altijd vreugde gegeven. Ze is ook niet iemand om nu al stil te zitten. Ik verwacht dat ze nog minstens vijf jaar koningin zal blijven. Dat komt ook overeen met haar wens dat Willem-Alexander en Máxima eerst de gelegenheid moeten krijgen om een gezin te stichten alvorens Willem-Alexander koning wordt.”