Verdonk ondermijnt Nederlandse cultuur
Verdonk wil zich met haar beweging Trots op Nederland inzetten voor het behoud van de Nederlandse cultuur. Tegelijkertijd ondermijnt ze die cultuur door geen ruimte te gunnen aan minderheden.
Nationalisme is het sleutelwoord bij Verdonk. De politica laat zich graag afbeelden met de Nederlandse vlag op de achtergrond. Voorafgaand aan haar eerste politieke speech donderdag in Amsterdam liet ze het Wilhelmus spelen. Ook inhoudelijk speelt ze in op nationalistische gevoelens, meer dan enige andere politieke partij. De naam van haar nieuwe politieke beweging is in dat verband veelzeggend: Trots op Nederland (Trots op NL).Speerpunt van Trots op NL is het behoud van de nationale cultuur, van het Nederlandse karakter. Verdonk betoogde donderdagavond dat die cultuur „is ontstaan uit een jarenlange strijd van onze voorouders.” Wat ze precies bedoelt met die cultuur, werd niet helder. Nergens in haar toespraak repte ze expliciet van de joods-christelijke cultuur zoals die in Nederland is ontstaan sinds de Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje. Haar electorale concurrent Wilders breekt wel openlijk een lans voor die joods-christelijke cultuur. Hij wil onder meer in artikel 1 van de Grondwet laten vastleggen dat de christelijk/joods/humanistische cultuur in Nederland dominant moet blijven.
Verdonk staat evenmin in de oude liberale traditie. Tot 1980 vermeldde het VVD-beginselprogramma dat de partij „de Nederlandse samenleving vooral gedragen ziet door de geest van christendom en humanisme. Het is haar overtuiging dat de redelijke beginselen daarvan aan (…) de Nederlandse samenleving (…) ten grondslag liggen en dat zij deze behoren te blijven kenmerken.”
De ex-VVD-politica staat meer in de moderne liberale lijn. De VVD bepleit in haar jongste beginselprogramma „een veelvormige samenleving die bovenal gekenmerkt behoort te zijn door naastenliefde en erkenning van de menselijke waardigheid.” In haar speech brak Verdonk donderdag ook een lans voor naastenliefde. „Is het niet fantastisch om iets voor een ander te doen? Om iemand in bescherming te nemen of te steunen, om eens een beetje aardig te zijn voor elkaar?” Voor haar is ieder mens even waardevol: „Welk geslacht, welke leeftijd, welke seksuele geaardheid, welke etnische achtergrond, welke politieke voorkeur u ook heeft, maakt niet uit!”
Verdonk komt dus niet expliciet op voor de joods-christelijke cultuur van Nederland. Daarnaast ondermijnt ze een wezenstrek van de Nederlandse cultuur, namelijk het bieden van ruimte aan minderheden. Joden, hugenoten, puriteinen, islamitische asielzoekers, allemaal waren ze hier welkom. Verdonk daarentegen heeft weinig op met minderheden. „Het komt te vaak voor dat een minderheid de rest van Nederland haar wil oplegt”, speechte ze. Als voorbeeld noemde ze de koopzondag. „Een christelijke minderheid wil voor iedereen het winkelen op zondag sterk beperken.”
Nog duidelijker dan in haar toespraak liet Verdonk eind vorige maand in een interview met de krant De Pers blijken hoe ze over minderheden denkt: „De meerderheid beslist. Dat is democratie. We kunnen geen rekening blijven houden met een minderheid. (…) De minderheid moet je met respect behandelen, maar meer is het niet. (…) De minderheid krijgt geen gelijk.” Die dictatuur van de meerderheid doet zeer on-Nederlands aan.
En passant perkte Verdonk donderdag de door haar geprezen vrijheid van godsdienst in. „Geen enkele religie heeft het recht om homo’s weer in de kast te jagen of vrouwen hun vrijheden af te nemen!” Minderheden mogen hun religie, hun rituelen en hun tradities hebben, maar dan zoveel mogelijk buiten de openbare ruimte en in het privédomein: „Achter de voordeur kun je je leven inrichten zoals je wilt.”
De ex-minister pleitte ook voor halvering van de Tweede Kamer. Dat zou het einde betekenen van het typisch Nederlandse plurale politieke bestel met kleine partijen als ChristenUnie en SGP. Eerder al zei Verdonk dat ze af wil van de vrijheid van onderwijs, de grondwettelijk verankerde uitkomst van de schoolstrijd.
Verdonk refereerde donderdag aan onze voorouders die streden voor bevrijding van buitenlandse overheersing. Over de laatste oorlog dichtte H. M. van Randwijk jaren geleden: „Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht…” Datzelfde gevaar loopt de Nederlandse cultuur, zo gestempeld door vrijheid voor minderheden, door tirannie van een meerderheidsdictatuur.