Haradinaj en zijn twee medeverdachten waren in 1998 in het westen van de Servische provincie Kosovo regionale commandanten van het Kosovo-Bevrijdingsleger (UCK), dat vocht tegen het Joegoslavische leger en de Servische politie. Volgens de aanklacht waren naast etnische Serven en zigeuners ook Kosovo-Albanezen slachtoffers van het UCK die met de Serven zouden collaboreren of niet bereid waren het UCK te helpen.De rechters komen weliswaar tot de conclusie dat UCK–militairen „een groot aantal misdaden” hebben begaan, zoals moord, marteling en verkrachting. Die kunnen echter veelal de verdachten in deze zaak niet persoonlijk worden aangerekend. Slechts een medeverdachte van Haradinaj, Lahi Brahimaj, is veroordeeld tot zes jaar cel wegens marteling en gruwelijke behandeling. Een derde verdachte, Idriz Balaj, werd eveneens vrijgesproken.

Volgens de VN-aanklagers waren de verdachten onderdeel van een „gemeenschappelijke criminele onderneming” gericht tegen een deel van de burgerbevolking. De rechters achtten dat echter niet bewezen, zodat Haradinaj en Balaj niet voor hun rol als leidinggevenden zijn veroordeeld. Brahimaj is wel schuldig bevonden omdat hij persoonlijk heeft gemarteld.

De massaal in het tribunaalgebouw aanwezige Kosovo-Albanezen reageerden met gejuich op de vrijspraak van hun ex-premier. De Nederlandse VN-rechter Alphons Orie, die de uitspraak voorlas, maande hen tot rust. Veel Kosovaren beschouwen Haradinaj als een oorlogsheld. In de Kosovaarse hoofdstad Pristina gingen duizenden Albanezen de straat op om de vrijspraak van hun ex-premier te vieren. De menigte zwaaide met vlaggen van het UK; automobilisten reden claxonnerend door de straten.

In de Servische hoofdstad Belgrado is afwijzend en verontwaardigd gereageerd op de vrijspraak. President Boris Tadic herinnerde eraan dat voormalig hoofdaanklaagster Carla Del Ponte van het tribunaal meerdere malen tegen hem heeft gezegd dat getuigen door medestanders van Haradinaj zijn bedreigd om ze maar niet te laten getuigen.
Ook voorzittend rechter Orie wees tijdens het voorlezen van het vonnis erop dat het proces plaatsvond in een sfeer waarin getuigen bang waren om naar Den Haag te komen, veelal omdat zij zich bedreigd voelden.

Waarnemers in Belgrado stellen dat de vrijspraak van Haradinaj het voor de Servische autoriteiten voorlopig onmogelijk maakt nog actief mee te werken aan de opsporing van de voortvluchtige Bosnisch-Servische generaal Ratko Mladic en andere door het tribunaal gezochte verdachten van oorlogsmisdaden.