Dekkingsgraad ‘enkele’ pensioenfondsen onder 105 procent
De zogenoemde dekkingsgraad van „enkele" pensioenfondsen is onder de grens van 105 procent beland. Dat zei directeur Joanne Kellerman van De Nederlandsche Bank (DNB) donderdag in een toelichting op het gepubliceerde jaarverslag.
De dekkingsgraad geeft aan in welke mate een pensioenfonds kan voldoen aan zijn toekomstige verplichtingen. Als deze onder het niveau van 105 procent beland, moet een pensioenfonds dat aan DNB melden. Het pensioenfonds moet daarnaast een plan presenteren hoe binnen drie jaar weer orde op zaken wordt gesteld.„Het gaat nu om een handvol fondsen en mogelijk melden er zich nog enkelen", zei Kellermann. Volgens de directeur zijn de buffers van ongeveer 10 procent van alle Nederlandse pensioenfondsen gedaald tot onder het niveau van 125 procent. Ook dan moeten de fondsen dit melden bij DNB en een ’herstelplan’ indienen. Wel krijgen ze langer de tijd om zaken op orde te stellen: vijftien jaar.
Financiële buffers van pensioenfondsen staan onder druk door de malaise op de aandelenmarkt en de dalende rente. Een te lage dekkingsgraad kan gevolgen hebben voor de premieafdracht of in hoeverre pensioengerechtigden gecompenseerd worden voor koopkrachtverlies.
Al met al vindt Kellermann de ontstane situatie „niet zo dramatisch." „We zien geen reden voor paniek, maar we moeten wel goed opletten." De directeur wees erop dat pensioenfondsen de laatste jaren forse buffers hebben opgebouwd. De dekkingsgraad van alle pensioenfondsen in Nederland ligt momenteel gemiddeld „iets" boven 125 procent, zei Kellerman.
DNB wilde niet zeggen van welke pensioenfondsen de dekkingsgraad onder 105 procent is gezakt. Wel zou het instituut het „logisch" vinden als deze fondsen dit kenbaar maken aan hun deelnemers. Grote fondsen zoals ABP voor ambtenaren of PGGM voor de zorg kunnen het niet zijn. Dat zou direct zichtbaar zijn in het gemiddelde, dat zij dan fors omlaag zouden trekken.