Kamer verdeeld over vrijlating Lucia de B.
In de Tweede Kamer is verdeeld gereageerd op de voorlopige vrijlating van verpleegkundige Lucia de B., die tot levenslang is veroordeeld voor de moord op zeven patiënten.
De PvdA in de Tweede Kamer is verbaasd over de besluitvorming over de voorlopige vrijlating. „Er is in korte tijd een enorme draai gemaakt”, aldus PvdA-Kamerlid Heerts. Een verzoek van Lucia de B. zelf om tijdelijke vrijlating werd eind februari voor de tweede maal in korte tijd afgewezen. De bewindslieden op het ministerie van Justitie hebben de Haagse verpleegkundige woensdag alsnog voorlopig in vrijheid gesteld, omdat de advocaat-generaal bij de Hoge Raad „ernstige twijfel” heeft geuit over de juistheid van haar veroordeling. De magistraat betwijfelt of een baby die door De B. zou zijn vergiftigd, inderdaad aan een overdosis van het hartmedicijn digoxine is overleden, zoals het Haagse gerechtshof in 2004 heeft geoordeeld.Heerts vraagt zich af waarom die twijfel niet naar voren is gekomen in eerdere onderzoeken die zijn gedaan in de strafzaak tegen de verpleegster.
SP’er De Wit noemt de gang van zaken „verrassend.” „Maar het is een goede zaak dat het gebeurt.”
De VVD had liever gezien dat de bewindspersonen Hirsch Ballin en Albayrak van Justitie het oordeel van de Hoge Raad over een herzieningsverzoek hadden afgewacht. „Ik begrijp hun beslissing op zich wel, maar ik ben niet blij”, aldus kamerlid Teeven. „Dit geeft een hoop opschudding en ondermijnt het vertrouwen in de rechtsstaat.”
Van Haersma Buma van het CDA vindt dat het voorbeeld van Lucia de B. „aantoont hoe belangrijk de mogelijkheid tot herziening is.”
De vrijlating is een enorme opsteker voor Lucia de B., aldus een van haar advocaten, A. Visser. De B. is „halsoverkop” vrijgelaten uit de gevangenis in Nieuwersluis. Het gerechtshof in Den Haag, dat verantwoordelijk is voor de veroordeling in 2004, spreekt van een „pijnlijke” situatie.