„Thuiswerken vooral populair bij ouderen”
Oudere werknemers zijn enthousiaster over thuiswerken dan jongere. Van de 50-plussers staat 56 procent „te springen” om te telewerken, tegenover 24 procent van de twintigers en (begin) dertigers.
De financiële dienstverlener Ernst & Young concludeert dat in de maandag gepubliceerde ICT Barometer, een tweemaandelijks onderzoek onder managers. Jongeren werken volgens dit rapport gemiddeld zeven uur per week thuis, ouderen vijftien uur.Telewerken is, net als in 2004, 2005 en 2007, „in lichte mate” toegenomen: met 4 procent. In de dienstverlenende sector zeggen bijna twee van de drie werknemers gedeeltelijk thuis te werken; bij de overheid is dat 40 procent, aldus de barometer.
Van de thuiswerkers denkt een kwart in het komende jaar nog meer vanuit huis te zullen werken. Vooral bij grote bedrijven is de verwachte toename het sterkst.
Toch wordt telewerken nog door weinig bedrijven aangemoedigd, blijkt uit het rapport. Jacob Verschuur, directeur Ernst & Young ICT Leadership: „Het grote struikelblok blijven de dinosaurussen onder de managers. Zij vinden het anno 2008 nog steeds heel belangrijk dat hun mensen om klokslag halfnegen achter hun bureau zitten. Uit ons onderzoek blijkt jaar na jaar dat bij een op de drie organisaties thuiswerken totaal onbespreekbaar blijft.”
De vragen voor de nieuwste ICT Barometer werden gesteld aan 600 Nederlandse directeuren, managers en professionals uit het bedrijfsleven en bij de overheid.
Als voornaamste redenen om thuis te werken worden genoemd het rustig en efficiënt kunnen werken, overwerk, en het vermijden van files en reistijd.
Belangrijkste reden om niet te telewerken is dat het werk er niet geschikt voor is. Andere veelgenoemde oorzaken zijn dat thuiswerken niet binnen de bedrijfscultuur past, dat mensen werk en privé willen scheiden, contacten met collega’s missen of thuis geen faciliteiten hebben.