De vluchtelingen zijn naar Kenia (8000), Djibouti (2000), Ethiopië (4000) en Sudan (1300) gegaan om aan het geweld te ontsnappen dat meerdere delen van het Oost–Afrikaanse land in zijn greep heeft.Duizenden mensen zijn gestorven en honderdduizenden sloegen vorig jaar op de vlucht wegens gevechten tussen door Ethiopië gesteunde regeringstroepen en opstandelingen.

Het leger van Ethiopië kwam de Somalische overgangsregering in 2006 te hulp om weerstand te bieden aan islamitische milities. Die beheersten grote delen van het land en legden de bevolking strikte shariawetgeving op.

Bijna veertig internationale hulporganisaties waarschuwden enkele dagen geleden dat het door oorlogen geteisterde land te gevaarlijk is geworden voor hun werknemers.

Somaliërs leven al circa vijftien jaar onafgebroken in een burgeroorlog. Bijna een miljoen binnenlandse vluchtelingen van verschillende gemeenschappen moeten samenleven op een grondgebied, in de zuidelijke regio Lower Shabelle. „Deze problematische situatie verslechtert door terugkerende epidemieën en periodes van droogte", aldus een voorlichtster van hulporganisatie Dokters van de Wereld eerder deze week. „De hygiëne is rampzalig. Veel mensen zijn ernstig ondervoed".

Somalië kent geen functionerende regering meer sinds 1991, toen dictator Mohamed Siad Barre werd afgezet. In het ontstane machtsvacuüm strijden verscheidene facties om de heerschappij. Vele pogingen de stabiliteit in het land te herstellen, mislukten.