EU en moslimleiders veroordelen Fitna
De ministers van buitenlandse zaken van de EU-landen hebben zaterdag de toon van Fitna veroordeeld. De film stelt ten onrechte dat de islam gewelddadig is, maar PVV-leider Wilders had wel het recht de film uit te brengen, zeiden de ministers in een verklaring.
Arabische en moslimleiders eisten op de Arabische top in Damascus internationale wetgeving tegen het beledigen van religies. De Sudanese president Omar al-Bashir riep moslims op om diegenen die de profeet beledigen te confronteren. ‘De beledigingen van onze Arabische en islamitische naties onder de vlag van vrijheid van meningsuiting zijn neerbuigend en lasterlijk en gaan in tegen alle menselijke waarden.’De Egyptische minister van buitenlandse zaken, Ahmed Aboul Gheit, noemde in Caïro de film van Wilders ’een vernedering’ voor de islam. De Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC) zei dat de film bedoeld was om haat te zaaien en olie op het vuur te gooien van conflicten. Er moeten wetten komen tegen films als die van Wilders en tegen ’andere fanatieke groeperingen die het geweld en de haat aanmoedigen door religies te beledigen en de vrijheid van meningsuiting te misbruiken’, zei de OIC, een organisatie van 56 moslimlanden.
De secretaris-generaal van de OIC, Ekmeleddin Ihsanoglu, prees de houding van de Nederlandse regering, die afstand heeft genomen van de inhoud van de film. ‘We waarderen haar duidelijk standpunt, haar nadruk erop dat ze niets te maken heeft met dit werk tegen islam en moslims’, zei hij. Fitna weerspiegelt volgens hem de toegenomen discriminatie in het Westen tegen moslims.
Regeringen moeten hun uiterste best doen om geweld en agressiviteit tegen te gaan, zeiden de EU-ministers, maar beledigd zijn is geen excuus voor geweld en bedreigingen. Wilders maakte zijn film om het standpunt uit te dragen dat de islam en de koran de vrijheid in Nederland bedreigen, maar de ministers verwierpen dit. ‘De overgrote meerderheid van de moslims verwerpt extremisme en geweld.’
De verklaring van de ministers kwam neer op een steunbetuiging aan de Nederlandse regering, die ook de toon van de film heeft veroordeeld en het recht van Wilders heeft benadrukt de film uit te brengen. De islam is niet het probleem; het misbruik maken van de islam om haat en intolerantie te zaaien is het probleem, zeiden de ministers.