VU–bestuur heft bezinningscentrum op
Het College van Bestuur van de Vrije Universiteit (VU) heeft besloten het Blaise Pascal Instituut, het vroegere Bezinningscentrum, op te heffen. Het college vindt het instituut te klein om zijn taak goed te vervullen.
Dat meldt Anton van Harskamp, medewerker van het instituut, mede namens de andere stafleden in een ’postume beginselverklaring’, die bij In de marge, het blad van het instituut, is gevoegd. Het instituut, dat in 1979 werd opgericht, heeft tot doel de bezinning op de verhouding tussen wetenschap en levensbeschouwing en op de identiteit van de Vrije Universiteit te bevorderen. Volgens het College van Bestuur mist het „massa en focus" om die taak aan te kunnen.Volgens de stafleden gaat met de opheffing van het instituut een vorm van zelfkritiek binnen de VU verloren. „Want het Bezinningscentrum was een instituut waarin via publicaties, seminars en symposia kritisch werd nagedacht over wetenschap, zowel over de betekenis als de reikwijdte ervan alsook over de grenzen en beperkingen ervan". Juist in deze tijd zou binnen de universiteit moeten worden nagedacht over de commercialisering van de wetenschap en over projecten die door het bedrijfsleven worden betaald. Ook zou moeten worden nagedacht over de spanningen en tegenstrijdigheden waarmee wetenschappers vandaag de dag worden geconfronteerd.
Ook gaat een specifiek type bezinning verloren. Hoewel het Blaise Pascal Instituut nooit voorstander was van de idee van christelijke wetenschap, heeft het wel een vorm van cultureel en levenbeschouwelijk betrokken wetenschap willen propageren. Het is er altijd van uitgegaan dat in alle wetenschappelijke activiteit levenbeschouwelijke, wijsgerige en soms ook religieuze veronderstellingen, overtuigingen en waarden een rol kunnen spelen en dat de wetenschapper zich daarvan bewust moet zijn.