Al-Sadr wil politieke oplossing voor Basra
De sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr roept op tot een politieke oplossing voor de bloedige gevechten tussen zijn aanhangers en regeringstroepen in de Iraakse hoofdstad Bagdad en het olierijke zuiden. Er moet een einde komen aan het verspillen van Iraaks bloed, zei hij in een verklaring.
Al-Sadr gaf zijn militie echter geen opdracht om aanvallen op de Groene Zone in Bagdad te stoppen of de strijd in de zuidelijke stad Basra te staken. Onder volgelingen van Al-Sadr heerst groeiende woede over de acties van het leger tegen Al-Sadrs Mahdimilitie in Basra. Sinds woensdag zouden in de havenstad al 56 doden zijn gevallen bij het geweld. Het zwaarbewaakte regeringscentrum in de Groene Zone in Bagdad wordt dagelijks beschoten, vermoedelijk door aanhangers van Al-Sadr.Om aan de beschietingen een eind te maken heeft het Iraakse leger van donderdagavond tot zondagochtend 05.00 uur een uitgaansverbod ingesteld in Bagdad.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft alle medewerkers van de ambassade in Bagdad opgedragen binnen versterkte gebouwen te blijven. Als zij zich toch daarbuiten moeten begeven, moeten zij helmen op en andere beschermende kledingstukken dragen, ook binnen de Groene Zone. Bij een raket- en mortierbeschieting van de Groene Zone in de Iraakse hoofdstad Bagdad is donderdag een Amerikaan om het leven gekomen. Volgens de ambassade gaat het om een Amerikaanse overheidsemployé. Een woordvoerster wilde geen bijzonderheden geven voordat de familie is ingelicht.
Premier Nouri al-Maliki van Irak benadrukte donderdag niet van plan te zijn het offensief tegen sjiitische milities in Basra te staken, ondanks het onverwacht sterke verzet waar het leger in de stad op stuit en ondanks de tienduizenden sjiieten die donderdag de straat op zijn gegaan om een einde aan het harde legeroptreden te eisen.
De premier, zelf een sjiiet, heeft persoonlijk de leiding over het offensief. Hij zei op de Iraakse televisie dat hij van plan is af te maken waar hij aan begonnen is. De acties tegen sjiitische milities, gedomineerd door volgelingen van de invloedrijke geestelijke Muqtada al-Sadr, gingen donderdag hun derde dag in. Het geweld is tevens overgeslagen naar sjiitische wijken in Bagdad en elders in het land. Volgens officiële bronnen hebben de gevechten tot dusverre aan 200 militieleden, soldaten en burgers het leven gekost.
De premier stelde de milities in Basra woensdag een ultimatum om hun wapens in te leveren en het geweld af te zweren, maar daar werd donderdag nog geen gehoor aan gegeven.
Sinds het Britse leger zich in december uit de stad terugtrok, is de door de Verenigde Staten geleide coalitie minimaal vertegenwoordigd in Basra. Het offensief van het Iraakse leger wordt gezien als een test voor de regering of zij zich zonder steun van buitenaf van haar beveiligingstaak kan kwijten.
Al-Sadrs militie, het Mahdi Leger, is in Basra in een machtsstrijd verwikkeld met de Badr Brigade, de gewapende tak van de grootste sjiitische partij, de Opperste Raad van Islamitisch Irak (SIIC). Al-Sadr kondigde in augustus een staakt-het-vuren af, maar het voortduren daarvan is op dit moment onzeker. Zijn strijders beschuldigen het Amerikaanse en het Iraakse leger ervan de wapenstilstand te misbruiken om invallen te doen en mensen op te pakken. De arrestaties worden volgens hen aangemoedigd door rivaliserende sjiitische politieke partijen, met de bedoeling de politieke ambities van Al-Sadrs volgelingen te ondermijnen.