Gebruik alleen Europese kolen in centrales
De winning van steenkool voor Nederlandse elektriciteitscentrales gaat gepaard met ernstige milieuvervuiling, slechte arbeidsomstandigheden en schending van mensenrechten, aldus Niels de Heij van Greenpeace (RD van 12 maart). Henk Moll vindt de aandacht voor deze problematiek terecht. Hij pleit ervoor om steenkool alleen uit Europa te halen.
Tot de jaren zestig was Nederland zelf een grote kolenproducent. Maar door de ontdekking van de aardgasbel konden we ons permitteren afstand te doen van de kolenwinning, een ongezonde en onveilige bedrijfstak. Aardgas werd de belangrijkste energiebron, ook voor het opwekken van elektriciteit.Op de energiecrisis uit 1973 reageerde de politiek door de energievoorziening te diversifiëren, zodat we niet te afhankelijk zouden worden van een enkele energiebron. Vandaar dat er sinds die tijd weer nieuwe kolencentrales gebouwd werden. Op dit moment liggen er plannen op tafel voor vijf nieuwe grote kolencentrales.
Omdat de mijnen in Limburg inmiddels gesloten zijn, moet er steenkool uit het buitenland gehaald worden. Nederland importeerde in 2006 zo’n 8,5 miljoen ton steenkool, onder andere uit landen als Zuid-Afrika, Colombia en Indonesië. De kolenwinning in deze landen veroorzaakt veel milieuschade. Bovendien werken de mijnwerkers vaak in erbarmelijke omstandigheden. Het winnen van grondstoffen levert per definitie milieuschade op, omdat je materie uit de grond weghaalt en zo de omgeving verstoort. Bij kolenwinning kunnen er bijvoorbeeld verzurende stoffen in het grondwater terechtkomen en komt het broeikasgas methaan vrij.
Misbruik
Milieuschade door kolenwinning kan tot op zekere hoogte beperkt worden. Methaan kan bijvoorbeeld worden opgevangen en omgezet in een minder sterk broeikasgas. Ook kan de omgeving waar de winning heeft plaatsgevonden zo goed mogelijk worden hersteld. Het is eveneens goed mogelijk de gezondheids- en veiligheidsrisico’s van mijnwerkers te beperken. In Duitsland, waar nog steeds steenkool gewonnen wordt, zijn de werkomstandigheden sterk verbeterd. Daar hangt natuurlijk wel een stevig prijskaartje aan.
We moeten dus beseffen dat de steenkool die we importeren vooral zo goedkoop is omdat het milieu in de landen waar die gewonnen wordt geen prioriteit heeft en er weinig rekening wordt gehouden met de veiligheid en gezondheid van mijnwerkers. We maken misbruik van onze economische machtspositie. Er zijn methoden ontwikkeld om met schone handen kolen te winnen. Maar daardoor is winning in Europa te duur geworden en halen we goedkope steenkool uit andere landen. We kopen iets op de wereldmarkt maar kijken niet om naar de lokale effecten.
Ik bepleit daarom om voortaan alleen steenkool te kopen die afkomstig is uit Europa. Daar hebben we beter zicht op de milieu- en arbeidsomstandigheden en bestaat bovendien veel meer regelgeving op deze aspecten. Elk werelddeel zou zijn eigen broek moeten ophouden. Dat kan ook in het geval van steenkool. Want steenkool is, in tegenstelling tot olie, redelijk gelijkmatig verdeeld over de continenten.
Bovendien kan Nederland het wat rustiger aan doen met het kolen stoken. Hierbij komt immers veel CO(in2( vrij en dat past niet in het klimaatbeleid. In Nederland is nog veel aardgas. Er is dus een alternatief.
De auteur is adjunct-hoogleraar natuurlijke hulpbronnen in relatie tot duurzame productie aan het Centrum voor Energie en Milieukunde IVEM van de Rijksuniversiteit Groningen.