Het was het laatste punt woensdag op de agenda van Provinciale Staten in Zuid-Holland. Achter een glazen wand lonkte de lunch. Desondanks kwam Van den Bosch met een motie om dit jaar toch meer aandacht te besteden aan kerkgebouwen die hun functie kwijtraken.Waarom die aandacht?
„Omdat het hard nodig is. Op de lijn Hillegom-Zwijndrecht zijn al 32 kerkgebouwen die binnenkort hun religieuze bestemming verliezen. In heel Nederland is dat bij een kwart van de kerkgebouwen het geval. Het gevaar bestaat dat het beeldbepalende karakter van kerkgebouwen in het landschap steeds meer gaat verdwijnen. Terwijl kerken sinds de middeleeuwen belangrijke dragers zijn van onze kunst en cultuur. Bovendien is onze maatschappij voor een belangrijk deel gevormd door gebruiken en waarden vanuit religieuze gemeenschappen. Geen wonder dat er dit jaar landelijk extra veel aandacht is voor het religieuze erfgoed. Alleen Zuid-Holland doet niet mee.”

Waarom niet?
„Vorig jaar hebben wij als Provinciale Staten de thema’s voor de daarop volgende vier jaar bepaald. In 2008 zouden de landgoederen centraal gaan staan. Kort daarna werd het landelijke thema bekend. Wat mij betreft, hadden we beide thema’s op kunnen pakken. Maar gedeputeerde Van Engelshoven-Huls wilde liever één thema goed doen, dan twee half.”

Wat is het gevolg?
„Als het religieus erfgoed centraal staat, gaat er ook meer geld richting noodlijdende kerkgebouwen. Bovendien zou de provincie kerkbestuurders en vrijwilligers kunnen adviseren over onderwerpen zoals herbestemming, multifunctioneel gebruik, bouw- en monumentenvergunningen, bestemmingsplanwijzigingen, grondzaken, subsidies, etc. eventuele sloop kan worden voorkomen. Daar zou bijvoorbeeld een boekje over uitgebracht kunnen worden. Kerkbestuurders staan er dan niet alleen voor. Maar van deze plannen komt nu niks terecht.”

De meerderheid van de Staten voelde niets voor uw motie.
„Dat klopt. Maar er is in ieder geval aandacht voor het probleem geweest. De gedeputeerde heeft ook beloofd dat we er in commissieverband verder over zullen spreken. En het is niet uitgesloten dat we in een ander jaar het religieus erfgoed alsnog als thema nemen.”