Balkenende legt accent op ondernemen
Premier Balkenende heeft tijdens zijn werkbezoek aan Polen dinsdag en woensdag een sterk accent gelegd op ondernemerschap. Nederlandse bedrijven lobbyden in het kielzog van de premier zowel voor hun belangen in Polen als op de thuismarkt.
Grote ondernemingen waaronder Philips, ING, Rabobank en Shell hadden woensdagmiddag in het bijzijn van Balkenende een gesprek met de Poolse vice-premier Waldemar Pawlak. De bedrijven willen aandacht voor fiscale zaken en het investeringsklimaat in Polen.Een belangrijk punt van zorg is ook de bureaucratie, aldus voorzitter Bernard Wientjes van werkgeversorganisatie VNO-NCW. „We hebben het over een voormalig Oostblokland. De bureaucratie is zeker pittig hier", zei Wientjes. Hij is naar Warschau gekomen om de bedrijfslobby te ondersteunen.
Nederland is een grote investeerder in Polen, net als Frankrijk en de Verenigde Staten. Ondernemingen van Nederlandse origine steken veel geld in de bouwsector. „De investeringen in Polen doen het goed. Een belangrijke bijdrage wordt geleverd door onze ingenieursbureaus, die tot de wereldtop behoren", aldus Wientjes. Maar ook in de rest van het economische spectrum zijn de Nederlanders goed vertegenwoordigd.
Balkenende bezocht woensdag Zlote Terasy, een groot winkelcentrum dat midden in Warschau is opgetuigd door ING Vastgoed. Unibail-Rodamco participeert in het moderne, overdekte winkelgebied, dat vorig voorjaar werd geopend. Gemiddeld trekt Zlote Terasy 40.000 á 50.000 bezoekers per dag. Daarmee is het streefcijfer van jaarlijks 16 miljoen bezoekers binnen handbereik.
Ook op veel kleinere schaal zijn Nederlandse ondernemers present in Polen, zo blijkt uit het voorbeeld van boer van de Westeringh. Hij nam 11 jaar geleden een oud-communistische boerderij over. Inmiddels heeft de boer die uitgebouwd tot een onderneming van 600 hectare met onder andere tarwe en aardappelen, waarvan elke hectare „1000 euro zuivere winst" oplevert.
„We hebben goed geboerd. Ik mag niet mopperen", aldus Van de Westeringh. „Maar dat geldt niet voor iedereen, want er zijn hier ook een heleboel Nederlandse boeren gestruikeld". In zijn directe omgeving, de regio rondom de stad Gdansk, ziet de Nederlander dan ook weinig landgenoten. „Er zit hier een aannemer en een Nederlands veebedrijf, maar dat loopt moeizaam".
Hoewel hij zelfs over een Pools paspoort beschikt, kan de 66-jarige boer niet zonder materieel uit West-Europa: „Een heleboel dingen zijn hier in Polen goed, maar de machines zijn allemaal oud ijzer."Klachten heeft Van de Westeringh ook over het feit dat veel Poolse arbeiders naar West-Europa zijn vertrokken. „Ik vind het jammer dat alle Polen wegtrekken; dat maakt het soms moeilijk om aan los personeel te komen."Premier Balkenende ziet een kleine kentering. De Poolse economie groeit sterk, vorig jaar met 6,5 procent, en de lonen trekken aan. Dat maakt het voor Poolse werknemers aantrekkelijk om terug te keren naar hun vaderland. Nederland telt nu naar schatting 100.000 werknemers uit Oost-Europa, voornamelijk Polen.
Wientjes onderschrijft de constatering van Balkenende, al ziet hij „echt niet gebeuren dat tienduizenden Polen Nederland zullen verlaten". VNO-NCW roept het kabinet desondanks op Bulgaren en Roemenen toe te laten tot de arbeidsmarkt om verdere krapte te voorkomen, ook met het oog op de golf aan pensioneringen die Nederland te wachten staat.
Nederland heeft zijn arbeidsmarkt nog niet vrijgegeven voor werknemers uit Roemenië en Bulgarije. Het kabinet zal dit najaar besluiten of de bestaande restricties voor werknemers uit die landen per januari met drie jaar worden verlengd.