„Gevaarlijk boekje voor kwetsbare groep”
In de strijd om omstreden vormen van hulp bij zelfdoding zo veel mogelijk in te dammen dan wel te verspreiden, doen justitie en de zelfmoordlobby om beurten een zet. Het laatste wapenfeit van de zelfmoordlobby is het in de handel brengen van een uitgebreide en herziene zelfdodingsgids. Een uitgekiende, maar vooral riskante stap.
De ultieme triomf van de euthanasielobby in de strijd om maximale autonomie en zelfbeschikking rond het levenseinde. Dat leek het van kracht worden van de euthanasiewet op 1 april 2002. Kern van de wet was immers dat artsen stervenshulp mochten verlenen op basis van het flexibele en multi-interpretabele criterium „uitzichtloos en ondraaglijk lijden.” Met dat criterium, zo hoopte de euthanasielobby, zouden artsen zonder het risico op strafrechtelijke vervolging aan zowat elk stervensverzoek kunnen voldoen.Na 2002 ontving de euthanasielobby signalen dat artsen nogal wat stervensverzoeken -om precies te zijn: jaarlijks zo’n 6000 van de circa 8000- afwezen. Drie categorieën patiënten, zo klaagden de leden, zagen hun stervenswens om uiteenlopende reden niet gehonoreerd; onder wie patiënten met een chronische psychiatrische stoornis en burgers die hun bestaan beschouwen als voltooid. Artikel 293 van het Wetboek van Strafrecht dat euthanasie regelt, was verruimd, echter, naar het de euthanasielobby bleek, nog onvoldoende. Vanuit die gewaarwording lanceerde onder andere de NVVE een nieuw idee: het aanpassen van artikel 294 dat de hulp bij zelfdoding door niet-artsen (burgers) regelt. „Zwitserland is het enige land ter wereld waar hulp bij zelfdoding door niet-artsen ook aan de drie genoemde groepen is toegestaan. De NVVE zou graag zien dat een systeem naar Zwitsers voorbeeld in Nederland tot de mogelijkheden zou gaan behoren”, aldus de vereniging in december 2006.
Verruiming van artikel 294 was eind 2006 geen onontgonnen terrein. Integendeel, de zelfdodingsconsulenten Martine C. en Willem M. hadden op dat moment al een slepende rechtsgang achter de rug, waarvan de zaak C. was geëindigd in vrijspraak en de zaak M. in een onherroepelijke veroordeling door de Hoge Raad. Diezelfde Hoge Raad boog zich op dat moment over de veroordeling van zelfmoordconsulent Jan H. door het Amsterdamse gerechtshof. Tegen een vierde zelfmoordconsulent Ton V. liep op dat moment een strafrechtelijk vooronderzoek.
Nadat justitie Ton V. januari vorig jaar vrijsprak en de Hoge Raad de veroordeling van Jan H. vorige week onherroepelijk maakte, is duidelijk hoe justitie artikel 294 interpreteert en bij welke grens zij hulp bij zelfdoding door burgers strafbaar acht. Verboden is „het geven van op naleving gerichte instructies” (arrest Willem M.) en het bieden van „relevante”, dat wil zeggen, actieve ondersteuning (arrest Jan H.). Niet strafbaar is het verstrekken van algemene, niet op concrete personen of situaties toegespitste informatie over zelfdoding, zoals een zelfdodingsgids.
Deze arresten maakten het de euthanasielobby duidelijk binnen welke marges zij kon opereren bij het uitbouwen van de nieuwe strategie om artikel 294 te verruimen. Actieve hulp bij zelfdoding door niet-artsen is in Nederland een brug te ver, zeker nadat CDA, PvdA en ChristenUnie het regeerakkoord op dit punt dichttimmerden, tegen het verstrekken van een zelfdodingsgids valt met de huidige wetgeving niets te doen. Die maas in de wet is ontdekt en uitgebuit door de stichting Wetenschappelijk Onderzoek naar Zorgvuldige Zelfdoding (WOZZ) dat de gids uitgeeft, maar ook door de NVVE, die leden naar deze stichting doorverwijst.
Psychiater A. J. de Lely, werkzaam bij Eleos, erkent dat het voor justitie lastig is tegen het boekje op te treden. Toch bepleit hij een verbod van het wat hij noemt „gevaarlijk boekje voor een kwetsbare groep.” Jaarlijks plegen ongeveer 1600 Nederlanders suïcide, aldus De Lely. Het aantal pogingen daartoe bedraagt echter een veelvoud daarvan. Dat niet elke poging eindigt met de dood komt doordat het de personen in kwestie soms ontbreekt aan de benodigde kennis. Maak je die kennis breed toegankelijk, zoals met deze gids gebeurt, dan werkt dat risicoverhogend, stelt De Lely.
De psychiater is met name bezorgd over de uitwerking die de gids kan hebben op suïcidale patiënten met een behandelbare aandoening. „Hulpverleners kunnen deze patiënten vaak helpen hun problemen in de juiste proporties te zien. Dit boekje kan hen ertoe aanzetten er een eind aan te maken in plaats van hulp te zoeken.”
Dat de gids als het aan de WOZZ ligt straks vrij verkrijgbaar is, verbaast ook woordvoerder A. Niels Holstein van de Ivonne van de Ven Stichting, die de media voorziet van richtlijnen rond de verslaggeving van zelfdodingen en familiedrama’s. „Het boekje kan terechtkomen bij ouderen met suïcidale neigingen die voortkomen uit depressies. Het behandelen daarvan leidt er vaak toe dat de doodswens verdwijnt. De auteurs moeten hun doelgroep uiterst zorgvuldig afbakenen en het boekje niet zo maar uitreiken. Dat zou onverstandig zijn.”