Dat bleek woensdag op een studiedag over kerkelijke presentie in Roombeek. Ongeveer honderd vrijwilligers van Enschedese kerken waren aanwezig. J. Bouwhuis, lid van het bestuur van de werkgroep Pastoraat na Ramp, wees erop dat de parochies in het rampgebied na de ramp druk bezig waren met de opbouw van hun eigen kerk. De persoonlijke aandacht voor de slachtoffers schoot er daarom bij in, stelde Bouwhuis. „We moeten de grenzen tussen de parochies opheffen en gezamenlijk de slachtoffers tegemoettreden. De werkgroep Pastoraat na Ramp houdt in 2005 op te bestaan en dan moeten de kerken het stokje overnemen.”

Het Pastoraat na Ramp gaat zich er bij de gemeente hard voor maken dat diverse parochies uit de Samen op Weg-gemeente en het dekenaat een onderkomen in de wijk krijgen, beloofde Bouwhuis. Verder wil het pastoraat een soort stadspastor aanstellen die namens verschillende parochies met rampslachtoffers in gesprek gaat. Het Pastoraat na Ramp bestaat uit de drie pastores van wie de parochie door de ramp werd getroffen.

Andries Baart, bijzonder hoogleraar aan de Katholieke Theologische Universiteit in Utrecht, pleitte voor pastores die „gewoon op straat lopen en op zoek gaan naar de mensen. Er gewoon zíjn en delen in hun verdriet en vreugde. Het is kerk doen in plaats van kerk zijn. Als mensen dat zien, heb je ook gelegenheid om over je boodschap te spreken.”