Kerk & religie

Miljoenen lijden onder openlijke vervolging

Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken levert deze week forse kritiek op een aantal landen wegens het gebrek aan godsdienstvrijheid. De Amerikaanse wet schrijft voor dat de minister van Buitenlandse Zaken jaarlijks een rapport moet uitbrengen over internationale religieuze vrijheid. Het rapport, dat voor de vierde keer verscheen, heeft betrekking op de periode van juli vorig jaar tot en met juni dit jaar.

Alfred Muller
10 October 2002 09:37Gewijzigd op 13 November 2020 23:52

De meeste regeringen hebben zich door internationale verdragen verplicht vrijheid van godsdienst te beschermen. Maar tussen theorie en praktijk blijken de verschillen groot. „Een groot deel van de wereldbevolking leeft in landen waarin het recht op religieuze vrijheid beperkt of niet aanwezig is”, concluderen de opstellers van het rapport. De Amerikaanse speciale ambassadeur voor de godsdienstvrijheid, John V. Hanford III, zei deze week dat miljoenen mensen lijden onder „restricties en openlijke vervolging onder hun regeringen.”

Sommige totalitaire regimes beschouwen geloofsuitingen als een bedreigingen voor hun bestuur of stabiliteit, aldus Hanford. Daaronder vallen Noord-Korea, Birma, China en Vietnam. Andere landen -Saudi-Arabië, Sudan en Iran- bouwen hun legitimiteit op de islam. Verder zijn er regeringen die de nationale identiteit met een overheersende godsdienst verbinden. In Europa dreigen velen te maken te krijgen met nieuwe wetten en regeringscommissies, die in het leven geroepen zijn vanwege een bezorgdheid over gewelddadige sekten. Ten slotte zijn er terreurgroepen als al-Qaida, die de geloofsvrijheid van anderen bedreigen.

China is een van de landen waarin het droevig is gesteld met de geloofsvrijheid. De politie heeft ”ondergrondse” moskeeën, tempels, seminaria, protestantse huiskerken en een groot aantal rooms-katholieke kerken gesloten. Met name religieuze leiders zijn slachtoffer van de overheid: ze maken pesterijen, ondervragingen, arrestaties en fysiek geweld, waaronder marteling, mee. Verschillende bronnen meldden dat duizenden aanhangers van de Falun Gong zijn gearresteerd, en dat daarvan enkele honderden sinds 1999 in de gevangenissen aan de ontberingen zijn overleden.

In het rapport komen ook de beperkingen van de godsdienstvrijheid in de islamitische landen uitgebreid aan de orde. Christenen en aanhangers van de Afrikaanse godsdiensten in het zuiden van Sudan kregen in het kader van de burgeroorlog te kampen met het platbranden en uitplunderen van dorpen, de hongerdood, moord, verkrachting en arrestaties. De Sudanese regering steunt degenen die naar het zuiden trekken om mensen gevangen te nemen om hen als slaven te verkopen. Sommige christenen en andere niet-moslims werden gedwongen zich tot de islam te bekeren.

Saudi-Arabië -een land met 16,3 miljoen Saudi’s en 6,4 miljoen buitenlanders- erkent alleen een conservatieve vorm van soenna-islam. De regering zou inmiddels toestaan dat buitenlanders in kleine, onopvallende groepjes bij elkaar komen voor huissamenkomsten, maar in de praktijk lopen deelnemers daaraan het risico om gearresteerd te worden, zweepslagen te krijgen en het land uitgezet te worden. Saudi-Arabië laat geen christelijke geestelijken en zendelingen toe. Het ministerie van Islamitische Zaken sponsort echter pogingen om onder de buitenlanders bekeerlingen te werven voor de islam.

In 2001 en 2002 heeft de Egyptische regering pogingen ondernomen religieuze vrijheid en verdraagzaamheid te bevorderen. Toch ging de regering door met het vervolgen van personen met afwijkende religieuze opvattingen. Kerken hadden moeite met het verwerven van toestemming voor kerkbouw of reparaties. Het Bahaigeloof blijft verboden en niet-moslims ondervinden discriminatie bij het verkrijgen van banen in de publieke sector.

In Jordanië zijn een groot aantal zendingsgenootschappen actief, maar ze worden geacht zich niet met openlijke evangelisatie bezig te houden. Een kantoor van Life Agape in Amman werd gesloten nadat de directeur weigerde een brief te tekenen waarin hij moest beloven zich niet op moslims te richten. De regering erkent het Jordaanse Evangelische Theologisch Seminarium niet, hetgeen betekent dat buitenlandse studenten op toeristenvisa in het land moeten blijven.

In de Palestijnse gebieden wordt de islam gezien als de officiële godsdienst. In de praktijk respecteert de Palestijnse Autoriteit godsdienstvrijheid, maar er zijn geen wetten die deze waarborgen. Westerse zendelingen kunnen actief zijn in de Palestijnse gebieden. In de afgelopen jaren werd een klein aantal moslims die zich hadden bekeerd tot het christendom gearresteerd door de Palestijnse Autoriteit. In het algemeen zouden de betrekkingen tussen christenen en moslims vreedzaam zijn.

Ook Israël krijgt kritiek in het rapport. Kloosters, kerkgebouwen en kerkelijke instellingen hebben schade opgelopen bij de invallen van het Israëlische leger in de Palestijnse gebieden. De Israëlische regering weigert de schade te vergoeden omdat de regering zich niet verantwoordelijk acht voor schade die ontstaat door oorlogshandelingen.

Verschillende christelijke leiders zouden verwond zijn door Israëlische troepen. Op 7 april gebruikte het leger volgens het rapport de voorganger van de Lutherse Hoop Kerk in Ramallah als een menselijk schild, door hem te dwingen voor de soldaten uit te lopen in vijandelijk gebied.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer