Van der Waal: Europa verdient plaats in gebed
„Wij kunnen het Koninkrijk van God niet tot stand brengen in Europa. Maar dat hoeft ook niet.” Oud-Europarlementariër ir. L. van der Waal sprak woensdag op een ontmoetingsdag voor hervormd-gereformeerde emeritus predikanten en hun vrouwen in Hoevelaken.
Van 1984 tot 1997 vertegenwoordigde Van der Waal de RPF, de SGP en het GPV in het Europees Parlement. Voor zo’n vijftig aanwezigen sprak hij gisteren over ”Politiek, pastorie en Europa”. Hij vertelde hoe hij in zijn jaren als EP-lid had geprobeerd het christelijk geloof gestalte te geven.„Het Koninkrijk van God kunnen wij niet verbreiden”, aldus Van der Waal. Hij citeerde als zijn leus in die tijd oud-SGP-voorman ds. H. G. Abma: „We hoeven Christus geen Koning te maken, want Hij ís Koning.”
Rooms-katholieken
Van der Waal gaf aan hoe de SGP en haar achterban negatief stonden ten opzichte van de Europese eenwording. „Economische samenwerking was prima, maar dan hield het ook op. We waren beducht voor de overheersing van rooms-katholieken op Europees niveau. Ook verworvenheden als zondagsrust en huwelijkswetgeving waren in Nederland goed geregeld en zagen we op de helling gaan. Verder stond ons het triomfalisme tegen. Alsof vrede maakbaar is. Dit alles vormde een bottleneck voor ons.”
Daarom verdient ook Europa een plaats in het gebed, vindt Van der Waal. „Hoe vaak wordt er voorbede gedaan voor Europa?” vroeg hij zich af. „Hoewel de EU niet zo zichtbaar is, zou het toch goed zijn.”
Met rooms-katholieken heeft de huidige CU-SGP-fractie in het Europees Parlement goede banden. „In ethische kwesties kunnen we met Rome een front vormen tegen het materialisme. Wat dat betreft is de EU minder geseculariseerd dan Nederland. Ik vond dikwijls herkenning bij Italianen en Portugezen als ik in het parlement sprak over bijvoorbeeld huwelijksbescherming.”
Wat betreft ethiek zijn de kaarten anders geschud. „De EU is terughoudend in levensbeschouwelijke zaken als abortus, genetische manipulatie en zondagsrust. Wel wordt de research Europees geregeld.”
„In dit verband”, aldus Van der Waal, „heeft men Europa toch wel eens als antichrist betiteld. Ook zag men de eenwording als tegen Gods hand die onze natie gevormd heeft. Uit vooral vrijgemaakte kring is daar gelukkig gefundeerde kritiek op gekomen. Zo is de EU een deel van onze nationale overheid geworden, maar ze is niet almachtig. Ze heeft evenzo geen demonisch uitvoeringsbeleid. Denk alleen maar aan armoedebestrijding en wapenbeheersing.”
Voorbede
Van der Waal maakte in zijn loopbaan veel gebeurtenissen mee die hem als christen moed gaven, zo zei hij. „Na de val van de Sovjet-Unie in 1989 kregen de kerken daar eindelijk vrijheid. Wij hebben dat toen positief geduid. Als de hand van God. Landen uit het voormalig Oostblok hebben we verwelkomd, zodat het christelijk geluid in het Parlement versterkt wordt.”
In dat licht sprak hij zijn afkeur uit over een toetreding van Turkije. Dan zou het islamitisch land met het hoogste inwonertal toetreden. „De christendemocraten heten het land welkom, mits het dezelfde waarden van onze klassieke en christelijke beschaving aanvaardt. Wij staan er kritisch tegenover en zien liever een overeenkomst van goed nabuurschap.”
De afwijzing van Buttiglione als Italiaanse kandidaat voor de post van Eurocommissaris, in 2004, heeft Van der Waal aangegrepen. Buttiglione gaf bij zijn sollicitatie aan dat hij volgens zijn geloof homoseksualiteit een zonde acht. „Maar hij verzekerde dat hij niets zou afdoen aan de rechtspositie van homoseksuelen. Toch heeft men hem gediskwalificeerd. Daarbij zegt de EU: je mag je geloof niet uiten, maar ook niet in de binnenkamer hebben.”
Toch blijft Van der Waal positief: „Moeten we zeggen dat de wereld achteruitgaat en de antichrist komt? Ik zie vooral de hand van God, ook in alle onrust. Ik denk dan aan koning Kores in de Bijbel. Zijn eigen redenen werden door God gebruikt om de Joden te laten terugkeren naar Israël.”