Modernisering Successiewet dringend nodig
Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft aangekondigd dat hij de belasting op erfenissen gaat moderniseren. Prof. mr. Inge van Vijfeijken juicht zijn plan toe en doet een aantal concrete suggesties.
De huidige Successiewet, die de belasting op erfenissen regelt, stamt uit 1859 - met een marginale modernisering in 1956. Vernieuwing is dus dringend gewenst. Een aantal verbetermogelijkheden springt in het oog.In de eerste plaats is het derdentarief te hoog. Als een neef, nicht, buurvrouw of vriend erft, betaalt hij of zij een tarief dat start op 41 procent over de eerste 20.000 euro en dat geleidelijk oploopt tot 68 procent over verkrijgingen boven 850.000 euro.
Maar ook de tarieven die van toepassing zijn op verkrijgingen van broers en zussen zijn niet mals. Deze beginnen op 26 procent en lopen op tot 53 procent. In de inkomstenbelasting worden arbeidsinkomsten belast tegen maximaal 52 procent en vermogensinkomsten tegen 30 procent. Het is dan onbegrijpelijk dat de tarieven van de Successiewet hier bovenuit komen. Het tarief van het successierecht zou dus niet hoger mogen zijn dan het tarief van de inkomstenbelasting. De staatssecretaris heeft aangekondigd dat het hoogste tarief van 68 procent zal zakken onder de 50 procent.
De vraag is ook of de drie tariefgroepen moeten blijven bestaan. Waarom moet een neef of nicht (derde tariefgroep) meer successierecht betalen dan een broer of zus (tweede tariefgroep)?
In de tweede plaats is successierecht verschuldigd als de erflater in Nederland woont op het moment dat hij overlijdt, terwijl de draagkrachtvermeerdering van de erfgenaam juist de rechtsgrond van de heffing vormt. Waar een erflater woont op het moment van overlijden zou er dus eigenlijk niet toe mogen doen. Het gaat erom dat iemand een draagkrachtvermeerdering realiseert door een erfenis of schenking en daarover, net als over arbeidsinkomen, belasting moet betalen. Alle inwoners van Nederland die erven, zouden onder het successierecht moeten vallen, los van de vraag waar de erflater woont.
De financiering van de verlaging van de tarieven moet komen uit een grondslagverbreding die wordt gerealiseerd door beter aan te sluiten bij de economische werkelijkheid. Deze aangekondigde maatregel juich ik toe. Nu is het zo dat door de instelling van een trust en allerlei papieren operaties successiebelasting kan worden ontgaan. Door beter aan te sluiten bij de economische werkelijkheid ontstaat een eerlijkere heffing.
Bedrijfsopvolging
Tot slot heeft de staatssecretaris aangekondigd dat hij een ruimhartige regeling voor bedrijfsopvolgingen wil creëren. Onder de huidige wet bestaat al een zeer ruimhartige regeling (75 procent van de verkregen waarde is vrijgesteld). Dit is zo voordelig dat het voor ondernemers veel aantrekkelijker is om tijdens hun leven de onderneming niet over te dragen en te wachten tot het overlijden. Vanuit economisch oogpunt is dit een ongewenste ontwikkeling.
Die algemene ruimhartige regeling moet daarom worden verruild voor een meer op maat gemaakte tegemoetkoming voor bedrijfsopvolgers die door de successiebelasting ook echt in de financiële problemen komen. Daarbij zou kunnen worden volstaan met uitstel van betaling in plaats van afstel.
De staatssecretaris zal op 14 april tijdens een openbaar college aan de universiteit van Tilburg de voorstellen nader toelichten. Het debat dat hij wil aangaan met de praktijk en de wetenschap kan dan van start gaan.
De auteur is hoogleraar belastingrecht aan de Universiteit van Tilburg.