„Palliatieve sedatie geen sluiproute voor euthanasie"
Artsen nemen niet hun toevlucht tot palliatieve sedatie om euthanasie te vermijden. Dat zei staatssecretaris Bussemaker (Volksgezondheid) woensdag in overleg met de Tweede Kamer. In de Kamer leeft de vrees dat dit wel het geval is omdat uit de laatste cijfers bleek dat het aantal gevallen van euthanasie afnam, terwijl de sedatie juist vaker werd toegepast.
Bij palliatieve sedatie wordt een patiënt kunstmatig in slaap gebracht zodat hij of zij vervolgens geleidelijk overlijdt. De handeling mag alleen worden toegepast bij mensen die nog een of twee weken te leven hebben.De eisen voor euthanasie zijn veel strenger, waardoor sedatie een gemakkelijker alternatief zou zijn. Maar volgens Bussemaker is sedatie geen eenvoudige sluiproute. „Ik werp ver van me dat het een gemakkelijke vorm van sterven is".
Bussemaker wees op het dalend aantal sterfgevallen in de periode waarin de euthanasie terugliep. Ook een grotere bekendheid met palliatieve zorg, waarbij lijden in de laatste levensfase wordt verlicht, zou minder verzoeken tot euthanasie in de hand kunnen werken.
Een aantal oppositiepartijen zette ook verruiming van de criteria voor euthanasie weer op de agenda. Het kabinet zou moeten onderzoeken of ook mensen die niet meer verder willen leven zonder dat ze ziek zijn ook voor euthanasie in aanmerking kunnen komen. Het gaat om mensen voor wie het leven geen enkele zin meer heeft.
De regeringspartijen hebben afgesproken dat de euthanasiewet niet verandert en dat er ook geen pil van Drion komt. Bussemaker zei woensdag niets te voelen voor een onderzoek, waarvoor GroenLinksleider Halsema het voortouw had genomen. Pvda–Kamerlid Gill’ard noemde het teleurstellend dat haar partijgenote Bussemaker een onderzoek van de hand wees, maar ook haar steun kon het voorstel van Halsema niet aan een meerderheid helpen.