Meer windenergie helpt Noordpool wit te houden
Een groot windenergiepark op de Noordzee. Dat is volgens het Wereld Natuur Fonds (WNF) de enige manier om te bereiken dat in 2020 20 procent van het Nederlandse energieverbruik duurzaam zal zijn.
Die boodschap staat centraal in de campagne ”Draag bij aan een witte Noordpool”, die vandaag is begonnen. Met deze actie maakt het WNF zich sterk voor de Noordpool, de grootste aaneengesloten wildernis op het noordelijk halfrond dat ook het grootste landroofdier huisvest: de ijsbeer.Om de Noordpool toekomst te bieden moet het roer om, aldus het WNF. „De aantasting van de Noordpool gaat sneller dan de wetenschap had voorzien; computermodellen over het smelttempo van zeeijs worden ingehaald door de praktijk. Als er niets gebeurt, zullen aan einde van deze eeuw twee op de drie ijsberen verdwenen zijn.”
Uit onderzoek dat PanelWizard verrichtte in opdracht van het WNF blijkt dat een meerderheid van de Nederlanders bezorgd is over de situatie op de Noordpool. Nederlanders leggen bovendien verband tussen het gebruik van fossiele brandstoffen en het smelten van het ijs op de Noordpool.
„Opmerkelijk is dat het overgrote deel van de Nederlanders duidelijk het directe verband ziet tussen de toestand van de Noordpool en het eigen energieverbruik. Dit leidt tot energiebesparing: het gemiddelde huishouden neemt vijf energiebesparende maatregelen”, meldt het WNF dat aanstipt dat mensen ook ferme stappen verwachten van overheid en bedrijfsleven.
De meeste Nederlanders zien windenergie als de beste vorm van schone energie. Het Wereld Natuur Fonds haakt daar op in door in de Noordpoolcampagne te pleiten voor een windmolenpark op de Noordzee met een capaciteit van 6000 megawatt, ongeveer evenveel als zes energiecentrales.
Het Wereld Natuur Fonds waarschuwt in een ander rapport voor nieuwe overbevissing van tonijn in de Middellandse Zee. De vissersvloot die daar tonijn vangt, heeft twee keer zoveel capaciteit als de 28.500 ton die is afgesproken als maximale vangst voor dit jaar. De vloot moet minstens met 229 van de 617 schepen inkrimpen, bepleitte het WNF gisteren.
„Honderden hightechboten doen een race om nog een laatste handjevol vis te kunnen vangen”, aldus Johan van de Gronden, algemeen directeur van het WNF. „Een absurde situatie, waar zo snel mogelijk een eind aan moet komen. Er vaart op de Middellandse Zee een veelkoppig monster, dat de laatste blauwvintonijn bedreigt.”
Tonijn wordt steeds schaarser, vooral door de grote vraag voor Japanse sushi. De vangstlimieten van zuidelijke EU-landen zijn vorig jaar met 4000 ton overschreden.