Meer kennis nodig over staan christen in samenleving
Over christen-zijn in een geseculariseerd Nederland wordt veel geschreven en gedebatteerd. Er zijn echter opvallend weinig feiten bekend over de houding van christenen in de huidige samenleving, schrijven dr. Jos de Kock en ir. Cors Visser. Het is hoog tijd om daar wat aan te doen.
Waar lopen mensen tegen aan in het combineren van geloof en werk? We weten het niet. Ook weten we nauwelijks wat christenen vinden van allerlei ontwikkelingen in de samenleving. We weten zelfs niet waardoor en wanneer mensen tot geloof komen. Christelijk Nederland is goed in het ventileren van meningen en gevoelens, zonder dat er feiten aan ten grondslag liggen.Neem nu het volgende fenomeen. De identiteit van veel maatschappelijke organisaties lijkt steeds minder van betekenis. Binnen orthodoxe kring zijn veel grenzen weggevallen. Affiniteit met een kerkverband betekent niet automatisch lidmaatschappen van een aantal organisaties.
Idealen
Hoe is dit nu precies te verklaren? Hebben christenen minder behoefte om zich te verbinden aan één gemeenschappelijke identiteit? Stelt de gemiddelde Nederlandse christen liefst zijn eigen identiteit samen, bijvoorbeeld met een kerkbezoek op zondag, een bezoek aan de yogaclub op dinsdag en een druk op de SP-knop bij de gemeenteraadsverkiezingen op woensdag? Of zijn de oorzaken te zoeken in het functioneren van de maatschappelijke organisaties zelf?
Een andere vraag waar veel belangstelling voor is: wat mag en kan er van een christelijke school gevraagd worden ten aanzien van de religieuze vorming van zijn leerlingen? Vaak wordt de school aangewezen als dé probleemoplosser waar het gaat om het opbouwen van een stabiele, integrale, identiteit te midden van een multicultureel en religieus pluraal bestaan. Maar kan een school daar überhaupt een belangrijke rol in spelen?
De literatuur getuigt soms van grote idealen, waarbij de vraag is of dit heel realistisch is. We lezen dan bijvoorbeeld over het ondersteunen van leerlingen als actieve wezens in de constructie van eigen religieuze betekenissen. Kunnen we dat redelijkerwijs verwachten van scholen en leerkrachten? En los daarvan: wat wíllen christenen eigenlijk van het onderwijs zien in dit verband?
Denktank
In christelijk Nederland is er naar onze overtuiging te weinig feitelijke kennis rond dit soort vragen. En dat komt een antwoord van christenen en christelijke organisaties niet ten goede.
Dat onderzoek niet alleen interessant is, maar daadwerkelijk van wezenlijk belang blijkt uit het recente verleden. Zo was er een onderzoek in opdracht van de EO en het vrouwenblad Eva naar christelijke huwelijken. De uitkomsten waren voor veel mensen verrassend en wierpen nieuw licht op de vraag hoe christenen over huwelijk, rolverdeling en seksualiteit denken. En dat wisten we niet, beter gezegd: we dachten dat we het wisten. In veel kerken is in de weken erna gepreekt over relaties en huwelijken.
Of wat te denken van het onderzoek naar mediagebruik onder reformatorische jongeren dat enkele jaren geleden door deze krant is uitgevoerd. Ook dat was inzichtgevend en daardoor kan er op een betere manier over dit onderwerp gesproken worden. Cijfers hebben vaak meer effect dan vertellen hoe iets moet of niet moet. Helaas hebben veel christelijke organisaties dat nog niet door.
Wat nodig is, is een denktank die niet alleen in meningen doet, maar ook in kennisgeneratie. Het ICS wil daarin graag een rol spelen. Bovendien willen wij het nadenken over deze vragen faciliteren en voeden met debatten, congressen en netwerken van christenprofessionals.
Ambitie
We kunnen dat echter niet alleen. We doen dat dan ook graag in samenwerking met andere organisaties die dezelfde ambitie delen. De ambitie om maatschappelijke organisaties, wetenschappers en beleidsmakers rond deze vragen met elkaar te verbinden.
Dat is nodig, want als christen geloven te midden van een seculariserende moderne context is een spannende onderneming. Het is goed om elkaar in die onderneming te voorzien van de nodige knowhow. Dat vraagt een gezamenlijke inspanning om tot een onderzoeksprogramma te komen en dit in de komende jaren tot uitvoer te brengen.
De auteurs zijn respectievelijk bestuurssecretaris en directeur van ICS, forum voor geloof, wetenschap en samenleving.