Christenen in het land van de Bijbel
Titel: ”Heilige ruzies. Christenen in Israël” door Els van Diggele
Uitgeverij: Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2007
ISBN 978 90 253 63147
Pagina’s: 318
Prijs: € 19,95.
De insteek van het boek is de Heilige Grafkerk in Jeruzalem, voor veel pelgrims de heiligste plaats in de stad. Deze kerk is opgedeeld tussen zes rivaliserende christelijke kerkgenootschappen, die elke centimeter van hun grondgebied tegen elkaar verdedigen. Dit heeft tot gevolg dat de geestelijkheid zich meer bekommert om het bewaken van de heilige plaatsen dan om de zielen van de lokale christenen. De verschillende patriarchaten ruziën al eeuwen lang om de kleinste bijkomstigheden, zoals de vraag wie welke dorpel mag schoonmaken en of een tapijt 5 centimeter mag worden teruggeschoven in een kapel. Al met al is het vechten om de heilige centimeters in de Grafkerk door de patriarchen zeer ontnuchterend. Het maakt wat eens Golgotha geweest zou zijn, tot de onheiligste plaats in Jeruzalem.
Christelijke Palestijnen
De positie van de christelijke Palestijnen is veel complexer dan menigeen in het Westen denkt. Wie zijn de Palestijnse christenen? Zijn dat de Grieks-orthodoxen die beweren dat ze de oudste rechten hebben - hun wortels voeren immers terug tot Byzantium? Is dat de Anglicaanse bisschop of de Lutherse, die zich meer met politiek bezighouden dan met hun schapen? Deze prominente kerkleiders zijn doodsbang voor de moslims die hen veel te westers (dus zionistisch) en te weinig Arabisch vinden. Als tegenreactie steken deze ’diplomaten’ hun haat tegen Israël niet onder stoelen of banken.
De Palestijnse christenen zitten gevangen tussen de moslims en de Joden, tussen de Palestijnen en Israëliërs, tussen de westerse en de oosterse kerk. Al eeuwenlang zijn ze gewend om, onder de verschillende heersers, als zogenaamde dhimmy’s te leven: inferieure niet-moslims die extra belasting betalen in ruil voor bescherming. Het is voor hen beter om onderdanig te zijn en zwijgend door het leven te gaan. Vooral van moslimzijde wordt benadrukt dat elke openlijke confrontatie tussen moslims en christenen een aantasting betekent van de Palestijnse eenheid. Over christenen wordt in het openbaar niet gesproken, want officieel bestaan ze niet. Door deze situatie is het zaad gestrooid voor verdere radicalisering van het Palestijnse volk.
Onvoorwaardelijke liefde
Uitvoerig staat de auteur stil bij de (buitenlandse) christelijke zionisten en hun onvoorwaardelijke liefde voor de Joden en het land Israël. Gelukkig komt vanuit deze hoek de laatste jaren ook meer aandacht voor de Arabische christenen. Terecht vraagt Van Diggele zich in een enkel zinnetje af of deze buitenlandse christenen zich ook realiseren dat ze houden van een seculier en ’zondig’ land?
Vervolgens typeert ze de Messiasbelijdende Joden als ”gelovigen tussen wal en schip”, tussen jodendom en christendom. Onder hen hebben de nodige confrontaties plaats over bijvoorbeeld het naleven van de Joodse wet, over de drie-eenheid, over de besnijdenis, het gebruik van de Thorarol in de gemeente en over het gemengde huwelijk. Ook hier vecht men voor het behoud van zijn identiteit.
Veel Messiasbelijdende Joden willen, vooral naar de samenleving toe, hun Jood-zijn onderstrepen en voelen er niets voor het etiket ”christen” opgeplakt krijgen. Anderen schamen zich er niet voor om hun gemeente te presenteren als een Joods-christelijke gemeente. Een enkeling onder hen vindt dat ook reformatie voor Joodse christenen van groot belang is.
Waarheid
Al met al is Els van Diggele erin geslaagd om op luchtige toon een zeer leesbare beschrijving van de christenen in Israël te geven. Maar dit sterke punt is tegelijk ook een zwak punt. Als niet-gelovige, zoals ze zichzelf typeert, ziet zij geen enkele vorm van christelijk geloof als de waarheid. Zij kent geen onderscheid tussen naamchristenen en echte gelovigen. Daardoor wordt elke groep op dezelfde luchtige wijze beschreven, ook de Messiasbelijdende gemeenten. Na een Seideravond met Messiasbelijdende Joden geeft Van Diggele aan dat het storend is dat ze niet goed werd geïnformeerd over de betekenis van deze avond. Maar hoe kan zij beoordelen wat de waarheid is? Mijns inziens heeft ze tijdens deze avond de juiste uitleg gekregen.
Op sommige punten is Van Diggele inderdaad niet goed geïnformeerd, zoals blijkt uit de historische inleiding, waarin ze een vertekend beeld geeft van het apostelconvent te Jeruzalem (Handelingen 15) en van de relatie van Mohammed met de Joden in zijn omgeving. Maar dat zijn kleinigheden, die niets afdoen aan de waarde van het boek.
Hoop
Voor wie meer inzicht wil krijgen in de complexe situatie van de christenen in Israël, is dit een zeer interessant boek. Maar volgens Els van Diggele is er geen oplossing voor het probleem van de religieuze verdeeldheid. Wij kunnen als westerlingen alleen van de zijlijn toekijken en accepteren dat de complexe situatie bestaat. Van Diggele heeft, mede door haar niet-gelovige achtergrond, eigenlijk geen hoop voor een ontknoping van het probleem.
En toch is er hoop. Er is verzoening mogelijk, maar alleen door en in Christus. Spreekt Paulus niet over een heerlijke toekomst voor Israël als de beloften uit Romeinen 9 tot 11 vervuld zullen worden? In deze vreugde zullen toch ook de heidenen (dus ook de Palestijnen) delen? Daar mag nu al iets van gezien worden in Israël, als Joodse en Arabische gelovigen elkaar als broeders omhelzen.
Ondanks alle donkere wolken mag er toch hoop aan de horizon gloren, want de Verlosser zal tot Sion komen. Dat geeft moed om in Israël te (over)leven.
De auteur werkt bij het deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten en woont met zijn gezin in Nazareth-Illit.