Cultuur & boeken

„Partijdig? Ik beschrijf alleen de feiten”

Het schrijven van een wereldgeschiedenis over een periode van ruim een eeuw is geen sinecure. Iemand die dat volmondig kan beamen is Polybios, een Griek die in zijn eigen taal de opkomst van Rome als wereldmacht heeft beschreven in maar liefst veertig boeken. Zijn halve leven is hij bezig geweest met deze titanenklus. Daarnaast was hij op verschillende terreinen ook politiek actief. Redenen genoeg om een aantal vragen voor te leggen aan de man die pretendeert als eerste en tot nog toe als enige een geschiedwerk te hebben geproduceerd dat volledig en allesomvattend is.

Gert-Jan Oosterom
19 March 2008 08:59Gewijzigd op 14 November 2020 05:38
Polybios, auteur van een lijvig geschiedwerk over de Romeinse geschiedenis: „Op het moment dat Rome ten onder dreigde te gaan door het optreden van Hannibal, hield het gezag zijn hoofd koel en viel het niet ten prooi aan laf doemdenken.
Polybios, auteur van een lijvig geschiedwerk over de Romeinse geschiedenis: „Op het moment dat Rome ten onder dreigde te gaan door het optreden van Hannibal, hield het gezag zijn hoofd koel en viel het niet ten prooi aan laf doemdenken.

Veertig boeken in veertig jaar. Eén boek per jaar? „Nee, zo eenvoudig ligt het niet. Mijn oorspronkelijke plan was ’slechts’ een halve eeuw te behandelen. Maar omdat ik wilde aantonen dat het Romeinse Rijk zijn kracht ontleent aan zijn staatsvorm, heb ik bij nader inzien ook de voorgeschiedenis van de Punische oorlogen geanalyseerd. Dat kostte twee extra boeken. In een later stadium besloot ik bovendien tien extra boeken te wijden aan de halve eeuw waarin Rome zijn macht gebruikt heeft ten aanzien van de onderworpenen. Zodoende had ik meer tijd nodig, maar het was absoluut de moeite waard!”

Wat bedoelt u met uw opmerking over Romes staatsvorm?

„Het mooie van de Romeinse staatsinrichting is dat zij elementen in zich draagt van monarchie, aristocratie en democratie. Zoals u weet kan een monarchie ontaarden in tirannie en een aristocratie in oligarchie, als een kleine groep aanzienlijken vanuit eigenbelang de macht misbruikt. Zelfs een democratie is geen garantie voor succes, want, vergeef me de uitdrukking, ochlocratie ligt op de loer! De stelregel ”meeste stemmen gelden” heeft nogal eens geleid tot gewelddadige onderdrukking van minderheden die zich niet konden conformeren met de zogenaamde ”wil van het volk”.”

Kunt u dat concreet maken?

„Uiteraard. De Romeinen hebben intuïtief begrepen dat zij niet moesten kiezen voor een van de genoemde staatsvormen. Het unieke van hun staatsbestel is dat van elk model de gezonde elementen aanwezig zijn. Er zijn twee consuls, maar hun macht wordt beperkt door de zeggenschap van de senaat, waarin 300 wijze mannen het beleid uitstippelen. Daarnaast heeft ook de volksvergadering vele bevoegdheden die verhinderen dat de senaat zijn eigen gang kan gaan. Omgekeerd moet de volksvergadering de senaat respecteren en kan de senaat niet ongestraft de consuls dwarszitten.”

Maar welke invloed had die ideale staatsvorm dan op het verloop van de oorlog?

„Dat is nou juist het verbazingwekkende! Op het moment dat Rome ten onder dreigde te gaan door het optreden van Hannibal hield het gezag zijn hoofd koel en viel het niet ten prooi aan laf doemdenken. Elk ander volk zou de moed verloren hebben. Ieder gezag, een- of meerhoofdig, zou zich hebben overgegeven aan de ogenschijnlijk onoverwinnelijke vijand. Toch heeft Rome standgehouden door zijn onwrikbare geloof in de kracht van haar staatsvorm, die gekenmerkt wordt door plichtsbesef, rechtvaardigheid en moed.”

U noemt Hannibal. Hoe beschouwt u hem?

„Uiteraard was hij een uitmuntende legerleider. Wat hij gepresteerd heeft door de Alpen over te steken grenst aan het ongelooflijke. Zijn tactiek was, wat hemzelf betreft, de enige juiste. Toch werd hij overtroefd door de nooit volprezen Scipio, die hem verpletterend versloeg in de slag bij Zama. Dit was weliswaar niet de genadeslag voor het Carthaagse regime, toch was hiermee de toon gezet en kon Rome vanaf dat moment aanspraak gaan maken op de heerschappij over de toenmalig bekende wereld.”

Men verwijt u partijdige verslaggeving.

„Die kan naar het rijk der fabelen worden verwezen. Zoals u kunt controleren, beschrijf ik alleen de feiten en toon ik aan dat de Romeinse staatsvorm het ervoor heeft behoed dat het overmand werd door moedeloosheid en lafheid. Mijn critici moeten maar eens aantonen dat er onjuistheden in mijn werk aan te wijzen zijn.”

Dat klinkt bepaald niet bescheiden…

„Dit heeft met bescheidenheid niets van doen. Men zegt ook dat ik te hoog van de toren blaas als ik mijn voorgangers bekritiseer. Ik erger mij daaraan. Wat ik nu aan mijn publiek presenteer is uniek, in die zin dat ik voor het eerst een allesomvattend verhaal neerzet. Per olympiade, een periode van vier jaar, beschrijf ik de belangrijkste gebeurtenissen die tegelijkertijd op verschillende plaatsen voorkwamen. De meeste standaardwerken beperken zich tot monografieën over één land of over één kort tijdsbestek. Mij gaat het om het geheel en om de samenhang tussen de verschillende gebeurtenissen wereldwijd. Dat ik in die opzet geslaagd ben maakt mij niet opeens arrogant, het moet worden geaccepteerd als uniek feit.”

Bovendien bedient u zich van (ontoegankelijk) Grieks…

„Dat vind ik echt belachelijk. Ik schreef dit werk voornamelijk voor mijn volksgenoten, maar zoals u weet beheerst de Romeinse elite de Griekse taal uitmuntend. Ontoegankelijk, zei u? Als een lezer genoegen wil beleven aan zijn lectuur, is hij bij mij aan het verkeerde adres. Ik bedien mij niet van allerlei stilistische capriolen om mijn lezers emotioneel te raken, zoals sommige collega’s dat wel doen. Ik vind dat het in de geschiedschrijving gaat om het nut. De lezer moet ervan leren, hij moet beseffen dat het een historicus, een rechtgeaarde historicus moet ik daar helaas bij zeggen, gaat om de waarheid. Niets dan de waarheid. Als men daar anders over denkt of andere eisen stelt, dan moet men maar romans lezen of naar het theater gaan.”

U was ook politiek actief. Wat is uw grootste wapenfeit?

„Ach, in dat soort termen spreek ik liever niet. Wat ik erg leuk vond was mijn benoeming tot lid van een gezantschap naar Alexandrië. Ik was toen nog maar 20 en mocht de Achaeïsche bond vertegenwoordigen. Dat was echter kinderspel vergeleken met mijn bemiddeling bij de onderhandelingen die de Romeinen voerden na hun verwoesting van Korinthe, nu ongeveer 25 jaar geleden. Dat ik op die wijze verscheidene steden op de Peloponnesos heb weten te behoeden voor de ondergang stemt mij dankbaar. Want neemt u van mij aan, de Griekse taal en cultuur zullen tot in lengte van dagen van belang blijven en invloed blijven uitoefenen.”

Mede Titel: ”Wereldgeschiedenis 264-145 v. Chr.”
Auteur: Polybios, vertaald en toegelicht door Wolther Kassies
Uitgeverij: Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2007
ISBN 978 90 253 4199 2, 1579 blz.
Pagina’s: € 85,-.


Hannibal trekt over de Alpen

„De volgende dag brak hij op en begon aan de afdaling. Daarbij kwam hij geen vijanden meer tegen, afgezien van wat sluipschutters. Maar ten gevolge van de gesteldheid van het terrein en de sneeuw waren zijn verliezen niet veel geringer dan tijdens de beklimming. De weg omlaag was namelijk smal en steil en de sneeuw maakte het voor mens en dier onmogelijk ergens vaste voet te krijgen. Alles wat van de weg af raakte en uitgleed stortte dan ook in de ravijnen. Nu konden ze deze vermoeienissen nog wel volhouden, omdat ze gewend waren aan dit soort tegenslagen. Maar toen kwamen ze op een punt waar het pad zo smal was dat olifanten en lastdieren er niet door konden.”

Wereldgeschiedenis”, iii, 54.

Het belang van muziek

„Men moet niet denken dat de muziek door de mensen alleen maar is uitgevonden om de hoorders te misleiden en te betoveren. Ook is het verkeerd te veronderstellen dat de oude Kretenzers en Lakedaimoniërs geen goede redenen hadden om in de oorlogvoering de trompet te vervangen door ritmische hobomuziek. Hetzelfde geldt voor de eerste Arkadiërs, die aan de muziek in hun hele maatschappij zo’n grote plaats hebben gegeven dat ze de muziek niet alleen voor kinderen, maar ook voor jongemannen tot aan hun dertigste jaar tot een verplichte levensgezel maakten, terwijl hun levenswijze in andere opzichten zeer sober en streng is.”

”Wereldgeschiedenis”, iv, 20.

Archimedes’ geniale uitvinding

„Ook werd een ijzeren grijphand, vastgelegd aan een ketting, neergelaten. De man die de hefboom ervan bediende liet die grijper neerkomen op een punt waar hij de voorsteven vastpakte. Daarna bracht hij het contragewicht van de hefboom binnen de muur naar beneden. Wanneer hij zo de voorsteven van het schip recht omhoog had getild en het schip op zijn achtersteven had gezet, zette hij de hefboom aan de binnenzijde stevig vast en dan liet hij de grijper en de ketting plotseling met behulp van een windas los. Daardoor kapseisden sommige schepen, andere zonken en de meeste werden, doordat de voorsteven uit de hoogte naar beneden stortte, diep in het water gedompeld, zodat het schip een en al water en chaos was.”

”Wereldgeschiedenis”, viii, 6.


Levensloop Polybios

Al vroeg bekleedde de in de Griekse stad Megalopolis geboren Polybios (ca. 200 120 v. Chr.) belangrijke politieke functies, onder meer in de Achaeïsche bond, die zich inzette voor een onafhankelijke positie tussen de grootmachten van dat moment, Macedonië en Rome. Toen de Romeinen in 168 de overwinning behaalden op de Macedoniërs besloten zij de Griekse staten, die zich niet ondubbelzinnig pro Romeins hadden opgesteld, te straffen: duizend mannen werden als gijzelaars op transport naar Rome gezet, waar zij tot 150 in gevangenschap moesten verkeren. Onder hen bevond zich Polybios.
Dankzij goede contacten met aanzienlijke families, zoals die van de vermaarde Scipio, kon hij zich echter in toenemende mate vrij bewegen in de metropool die Rome toen al was. Bovendien kon hij zich volledig wijden aan zijn levenstaak: het beschrijven van de Romeinse geschiedenis van 264 tot 145 v. Chr., de periode die het gehele conflict tussen Rome en het Noord Afrikaanse Carthago, ook wel Punische Oorlog genoemd, omspant.

De vertaler aan het woord

„Polybios’ werk moet het hebben van zijn belangwekkende, soms fascinerende inhoud en van het vermogen van de schrijver een verhaal goed op poten te zetten en te vertellen. Op het microniveau van de zinsbouw heeft Polybios sinds de Oudheid weinig waardering gevonden. Zijn zinnen zijn vaak topzwaar, onnatuurlijk lang, nogal eens uniform van opbouw en vol participium en infinitiefconstructies die zelfs de lezer die het Grieks beheerst tot vertwijfeling blijken te brengen.
Een vertaler van Polybios’ proza kan zichzelf gelukkig prijzen om het feit dat sommige wendingen in het Grieks van deze schrijver in het Nederlands eenvoudigweg niet kunnen worden weergegeven, waarmee een mogelijke bron van ergernis ongemerkt verdwijnt.” (Wolther Kassies)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer