Deventer moordzaak niet heropend
DEN HAAG – De Deventer moordzaak wordt niet heropend. Dat heeft de Hoge Raad dinsdagmiddag beslist.
Daarmee blijft de veroordeling van boekhouder Ernest Louwes intact. Het gerechtshof in Den Bosch veroordeelde hem in 2004 tot twaalf jaar cel voor het doden van de rijke weduwe Wittenberg in Deventer in 1999. De vrouw is met messteken om het leven gebracht. Louwes heeft altijd ontkend. De zaak veroorzaakte de afgelopen jaren veel deining, temeer omdat opiniepeiler Maurice de Hond zich opwierp als pleitbezorger van Louwes.Eerder dit jaar adviseerde advocaat generaal A. Machielse de Hoge Raad al de zaak niet te heropenen. De beslissing van de Hoge Raad is een tegenvaller voor Maurice de Hond.
Kernpunt in het debat rond de strafzaak was de laatste tijd de bewering van de pleitbezorgers van Louwes dat klusjesman Michaël de J. repte over de moord op de rijke weduwe Wittenberg op een tijdstip waarop het drama nog niet in de publiciteit was geweest. Conclusie van de aanhangers van Louwes: de klusjesman weet meer van de moord op de vrouw.
Advocaat generaal Machielse maakte echter korte metten met deze theorie. Op basis van nieuw onderzoek achtte de magistraat het „onvoldoende waarschijnlijk” dat de klusjesman zijn mededeling over de dood van Wittenberg deed vóór de ontdekking van haar lugubere dood.
De Hoge Raad schaart zich dinsdag dus achter Machielse.
De Deventer moordzaak is een van de meest bizarre strafzaken uit de Nederlandse rechtsgeschiedenis. Zelden hebben zo veel rechters zich zo lang gebogen over een strafzaak. Het gerechtshof in Den Bosch veroordeelde boekhouder Louwes in 2004 tot 12 jaar cel. Pijlers voor het bewijs waren bloed en een telefoontje.
Op de blouse van de vermoorde weduwe is bloed van Louwes gevonden. Onderzoek heeft aangetoond dat dit bloed tijdens een gewelddadige confrontatie op het kledingstuk is beland. Belangwekkend is verder dat er géén bloed van iemand anders op de blouse van het slachtoffer is gevonden. Ander bewijs is dat een telefoontje van Louwes met de weduwe is ‘opgepikt’ door een zendmast in de nabije omgeving van het huis van de weduwe in Deventer. Kort na dat bewuste telefoontje, op vrijdagavond 24 september 1999, is de vrouw met messteken om het leven gebracht. Met andere woorden: de boekhouder was in Deventer toen Wittenberg werd vermoord.
Het verweer van Ernest Louwes dat hij die bewuste vrijdagavond niet in Deventer was, maar ergens op de A28 bij ’t Harde reed, achtte het hof in Den Bosch leugenachtig. De verklaring dat het telefoontje van de boekhouder vanaf ’t Harde door bijvoorbeeld atmosferische omstandigheden kan zijn overgewaaid naar de zendmast in Deventer, veegden de rechters van tafel.
Hoewel de veroordeling tegen Louwes dus in stand blijft, is ook zeker dat Justitie in de Deventer moordzaak heeft geblunderd. Het gerechtshof in Den Bosch had in 2004 vernietigende kritiek op het gerechtshof in Arnhem, dat Louwes eerder ook veroordeelde tot twaalf jaar cel. Het Arnhemse hof deed dit echter op grond van ondeugdelijk bewijsmateriaal. Het hof in Arnhem beweerde dat een in een portiek gevonden mes het wapen was waarmee Louwes de weduwe om het leven heeft gebracht. De magistraten in Den Bosch maakten in 2004 echter gehakt van dat bewijs. Maar omdat de Bossche rechters nieuw bewijs vonden –het bloed van Louwes op de blouse van het slachtoffer– ging Louwes toch nog voor de bijl.
Zie ook: “Bloedneustheorie Louwes weggevaagd”