Nieuwe finale in thriller Deventer moordzaak
De zoveelste finale in de Deventer moordzaak staat voor de deur. Dinsdag beslist de Hoge Raad of een van de meest geruchtmakende strafzaken in de Nederlandse rechtsgeschiedenis moet worden heropend. Dat lijkt hoogst onwaarschijnlijk.
Zelden hebben zo veel magistraten zich zo lang gebogen over een strafzaak. Al jarenlang sleept de Deventer moordzaak zich voort. Het is de thriller van een halsstarrige opiniepeiler Maurice de Hond die op justitie jaagt, van een grafsteen op een Deventer dodenakker die wordt gelicht omdat er bewijsmateriaal in de aarde verborgen zou liggen en van een aangeklaagde klusjesman die schadevergoeding van zijn kwelgeest Maurice de Hond eist.In weerwil van alle protest vanuit het kamp van De Hond is het onwaarschijnlijk dat de Hoge Raad dinsdag beslist dat de zaak tegen boekhouder Ernest Louwes zal worden heropend.
Eerder dit jaar adviseerde advocaat-generaal A. Machielse immers de Hoge Raad de zaak tegen de tot 12 jaar cel veroordeelde Louwes niet te heropenen.
Kernpunt in het debat rond de strafzaak was ditmaal de bewering van de pleitbezorgers van Louwes dat klusjesman Michael de J. repte over de moord op de rijke weduwe Wittenberg op een tijdstip waarop het drama nog niet in de publiciteit was geweest. Conclusie van de aanhangers van Louwes: de klusjesman weet meer van de moord op de vrouw.
Advocaat-generaal Machielse maakte een paar maanden geleden echter korte metten met deze theorie. Op basis van nieuw onderzoek acht de magistraat het „onvoldoende waarschijnlijk” dat de klusjesman zijn mededeling over de dood van Wittenberg deed vóór de ontdekking van haar lugubere dood.
Het lijkt erop dat Maurice de Hond en de zijnen in hun ijver de immer ontkennende Ernest Louwes vrij te pleiten, lijden aan een tunnelvisie. Het bewijs waarmee het gerechtshof in Den Bosch Louwes in een herzieningsproces in 2004 veroordeelde, is immers niet mals.
Nog steeds staat als een huis dat er bloed van Ernest Louwes op de blouse van de vermoorde weduwe is gevonden. Onderzoek heeft aangetoond dat dit bloed tijdens een gewelddadige confrontatie op het kledingstuk is beland. Belangwekkend is verder dat er géén bloed van iemand anders op de blouse van het slachtoffer is gevonden. Zeer belastend is verder dat een telefoontje van Louwes met de weduwe is ’opgepikt’ door een zendmast in de nabije omgeving van het huis van de weduwe in Deventer. Kort na dat bewuste telefoontje, op vrijdagavond 24 september 1999, is de vrouw met messteken om het leven gebracht. Met andere woorden: de boekhouder was in Deventer toen Wittenberg werd vermoord.
Het verweer van Ernest Louwes dat hij die bewuste vrijdagavond niet in Deventer was, maar ergens op de A28 bij ’t Harde reed, achtte het hof in Den Bosch leugenachtig. De verklaring dat het telefoontje van de boekhouder vanaf ’t Harde door bijvoorbeeld atmosferische omstandigheden kan zijn overgewaaid naar de zendmast in Deventer, veegden de rechters van tafel.
Hoewel het bewijs tegen Louwes nog altijd hard is, betekent dat geenszins dat Justitie in de Deventer moordzaak altijd goed werk heeft geleverd. Zeker niet. Het gerechtshof in Den Bosch had in 2004 vernietigende kritiek op het gerechtshof in Arnhem, dat Louwes ook veroordeelde tot twaalf jaar cel. Het hof in Arnhem beweerde dat een in een portiek gevonden mes het wapen was waarmee Louwes de weduwe om het leven heeft gebracht. De magistraten in Den Bosch maakten in 2004 echter gehakt van dat bewijs. Maar omdat de Bossche rechters nieuw bewijs vonden -het bloed van Louwes op de blouse van het slachtoffer- ging Louwes toch nog voor de bijl. De Hoge Raad zal dat vonnis dinsdag vermoedelijk intact laten.