Iran
De uitslag is nog niet exact bekend. Toch staat wel vast dat de conservatieven de parlementsverkiezingen in Iran hebben gewonnen. Verklaringen van de Europese Unie en van Amerika spraken al afkeurend over het feit dat het voor Iraniërs niet mogelijk was eerlijk en vrij te stemmen.
Zulke verklaringen verdienen bijval. Een derde deel van de Iraniërs die zich kandidaat dachten te stellen, mocht niet deelnemen aan de verkiezingen. Omdat ze qua religie eenvoudig niet door de beugel kunnen van de islamitische geestelijk leider, ayatollah Khamenei, en van president Ahmadinejad. Ze heten te liberaal.De gang van zaken geeft weer eens blijk van het ontbreken van reële democratie in door moslims gedomineerde gebieden. In landen als Irak en Afghanistan, waar president Bush optrad als ’bevrijder’, blijft democratie een illusie. Dat geldt eveneens voor Iran, waar het Westen geen enkele vinger in de pap heeft.
De behoudenden behalen in Iran de meerderheid. Maar dat betekent niet dat ze in alles volstrekt eensgezind zijn. Een flink aantal van de al gekozen conservatieve parlementsleden blijkt behoorlijk kritisch te staan tegenover de harde lijn van president Ahmadinejad. Want die komt de economie in Iran niet ten goede.
Iran komt vaak als een blok naar buiten. In zeker opzicht dekt die voorstelling van zaken de werkelijkheid. De islam is de officiële godsdienst. Alle wetten en regels moeten sporen met de officiële uitleg van de sharia. Sterke leiders zorgen voor naleving van die islamitische wet. Zij onderdrukken elk persoonlijk initiatief.
Toch redeneren mensen in westerse landen soms te eenvoudig. Zij denken te veel in hokjes: conservatief is conservatief, liberaal is liberaal en een moslim is eenvoudig een moslim. Zo simpel is het niet. Binnen alle genoemde categorieën leven ook in islamitische landen grote verschillen.
Ahmadinejad won in 2005 de presidentsverkiezingen. Hij maakte zich berucht door de ernst van de Holocaust ter discussie te stellen. Hij vormde een regering die uit hardliners bestaat. Met de godsdienstvrijheid ging het bergafwaarts. In de praktijk blijkt echter lang niet iedere Iraanse politicus achter Ahmadinejad aan te lopen.
Conservatieven blijven het parlement domineren. Maar ook de hervormingsgezinden claimen een lichte winst. Dat is belangrijk, omdat de mensen die hun stem uitbrachten op deze manier toonden niet zomaar te buigen voor de diskwalificatie van de honderden buitengesloten kandidaten.
Er bestaat twijfel over de vraag of Ahmadinejad de steun van Khamenei zal behouden. Bij de conservatieve critici van Ahmadinejad zou Ali Larijani behoren, de man die als toponderhandelaar optrad ter zake van de nucleaire ontwikkelingen in Iran. Het is nog niet zeker dat Ahmadinejad in 2009 de presidentsverkiezingen wint.
Ook bij de parlementsverkiezingen in 2004 sloot de toetsingscommissie talloze hervormingsgezinde politici uit. Zelfs het ministerie van Binnenlandse Zaken typeerde dat als illegale daad. Een aantal hervormingsgezinde gouverneurs dreigde af te treden.
Zoiets kan niet meer. Want Ahmadinejad verving een aantal kopstukken. De onvrede met de situatie leeft onder het volk echter als een ondergrondse veenbrand voort. De vraag is of degenen die het anders willen in Iran ooit een keer kans krijgen hun ideeën om te zetten in daden.
Het is ondertussen de vraag wat er gebeurt als Ahmadinejad volgend jaar buiten de boot zou vallen. Dat zou de macht van de opperste godsdienstige leider ayatollah Khamenei kunnen versterken. Het valt niet te verwachten dat de binnenlandse situatie en de verhouding met het Westen dan beter worden. Mogelijk zal ter zake van het nucleaire programma de opstelling alleen maar harder worden.