De 65-jarige Rahho, sinds 2001 aartsbisschop van Mosul in het noorden van Irak, werd 29 februari ontvoerd. Na een telefoontje werden zijn stoffelijke resten donderdag in de buurt van Mosul gevonden. Volgens de politie is niet duidelijk of hij is vermoord of dat hij een natuurlijke dood is gestorven. Het lichaam vertoonde geen schotwonden.De uitvaartdienst had plaats in de Mar Adaakerk in het dorp Kremlis, ongeveer 35 kilometer ten oosten van Mosul. Rahho werd in die kerk, rustplaats van verscheidene andere geestelijken, bijgezet.

Wereldwijd is met afschuw gereageerd op de dood van de Chaldeeuws-katholieke geestelijke. In Nederland lieten onder andere de Stichting Arameeërs van Aram-Naharaim, de Aramese Beweging voor Mensenrechten en de Stichting Assyrië Nederland een persbericht uitgaan waarin zij van hun ontzetting blijk gaven. IKV Pax Christi gaf aan dat de „moord op de aartsbisschop een zware klap is voor de toch al zwaar getroffen christelijke gemeenschap in Irak. Ook al lijkt het geweld in Irak de laatste maanden iets af te nemen, de moord op aartsbisschop Rahho toont aan dat het land nog lang niet veilig is.”

Ook de Kamerfracties van CDA, ChristenUnie, SGP en VVD hebben hun bezorgdheid geuit over de situatie van christenen in Irak. De dood van de Faraj Rahho was voor de fracties aanleiding om opnieuw schriftelijke vragen te stellen aan minister Verhagen van Buitenlandse Zaken, over de situatie van religieuze minderheden in Irak. Volgens de fracties moet Verhagen er bij de Irakese regering op aandringen dat christenen beschermd worden tegen geweld in Irak. Ook zou de minister Irak moeten vragen wat Nederland en Europa kunnen doen om de Irakezen te steunen in hun strijd tegen religieus geweld.