Renteverbod praktisch onhaalbaar
Islamitisch financieren, waarin een renteverbod geldt, is in de praktijk moeilijk haalbaar en wordt vaak in afgezwakte vorm toegepast, aldus prof. dr. H. Visser. Vrijdagmiddag hield hij zijn afscheidscollege over ”Waarom eenvoudig als het ook ingewikkeld kan: rentevrij financieren”. Hij ziet een parallel met het streven naar een christelijke wetenschap. Een samenvatting.
De afkeer van rente is weer volop in de belangstelling komen te staan dankzij de opkomst van het islamitisch financieren. Zij is echter niet van vandaag of gisteren, evenmin als de rente zelf. De discussie over de al of niet toelaatbaarheid van rente is echter vooral bepaald door Aristoteles (384-322 v. Chr.). Hij betoogt dat geld is ontwikkeld als ruilmiddel en niet behoort te worden uitgeleend tegen een beloning, rente.De kerk heeft op basis van de Bijbel, vooral het Oude Testament, lange tijd moeite gehad met het verschijnsel rente. De scholastici ontleenden aan Aristoteles met graagte seculiere argumenten om het Bijbelse verbod te onderbouwen. Zij ondergroeven het echter ook weer, door redenen te bedenken die rente konden rechtvaardigen.
De Reformatie stond verdeeld tegenover het renteverbod. Luther achtte de gestaag voortgaande acceptatie van rente een verwording en wilde terug naar een vrijwel compromisloze afwijzing. Calvijn brak definitief met het renteverbod, zij het niet van harte. Hij was geneigd het verbod als tijdgebonden te zien en zag in dat een commerciële samenleving niet zonder rente kan.
Salafisme
Net zoals in het Oude Testament staan in de Koran teksten die rente verbieden. Het is de vraag of daar een categorisch verbod in gelezen moet worden. Het woord dat de Koran gebruikt is ”riba”, letterlijk: toename, vermeerdering, surplus. Het islamitische financieren, dat onder andere het betalen en ontvangen van rente wil vermijden, is ontstaan uit het gedachtegoed van de stroming die Tariq Ramadan aanduidt als het reformistische salafisme. Deze stroming probeert de heilige teksten te interpreteren voor de moderne tijd. De aanhangers zijn erop uit de islamitische identiteit te handhaven, maar isoleren zich in het Westen niet van hun niet-islamitische omgeving.
Zijn alle vormen van islamitisch financieren negatief? Nee, er zijn in sommige sectoren van het islamitische financieren bloeiende marktsegmenten. Toch is een aantal moslimauteurs ondanks deze onmiskenbare successen van het islamitisch financieren teleurgesteld in de richting waarin het zich ontwikkeld heeft.
Zo betreurt M. A. Choudhury het dat het niet lukt om een geheel eigen islamitische visie op de wereld te ontwikkelen die uitgaat van de Koran en de soenna (de overlevering over het leven van de profeet Mohammed). Islamitische wetenschappers volgen, aldus Choudhury, slaafs de westerse paradigma’s. Een andere vooraanstaande auteur op dit terrein, M. A. El-Gamal, constateert eenzelfde gebrek aan een eigen islamitische wereldbeschouwing.
Christelijke wetenschap
In de islamitische wereld is een zekere parallel te vinden met de vroeger aan de Vrije Universiteit gevoelde behoefte om een christelijke wetenschap, in het bijzonder een calvinistische, te ontwikkelen. Wat de economische wetenschap betreft is daar in ieder geval nooit veel van terechtgekomen. Buiten de economische faculteit hebben economen als P. A. Diepenhorst en B. Goudzwaard wel gepoogd normatieve met positieve analyse te laten versmelten, maar de pioniers van onze faculteit, in het bijzonder F. de Roos en J. Zijlstra, stonden daar afwijzend tegenover.
Apart genoemd mag nog worden T. P. van der Kooy, die van 1950 tot 1969 economie doceerde aan de juridische faculteit. Hij heeft veel over deze problematiek nagedacht en poogde de economische standaardanalyse in te bedden in de wijsbegeerte der wetsidee. Hij heeft zelf vastgesteld dat zijn pogingen weinig resultaat boekten.
Ik verwacht niet dat de islamitische economen ooit verder zullen komen dan Van der Kooy. Maar ook zonder eigen wereldbeschouwing zal het islamitisch financieren, naar het zich laat aanzien, nog wel geruime tijd aan belang blijven winnen. Voor velen is het voldoende als maar aan (een bepaalde interpretatie van) de religieuze voorschriften voldaan wordt, ook al is het onderscheidende karakter van het islamitisch financieren dan niet veel anders dan dat aan een aantal beperkende voorwaarden wordt voldaan.
Welzijn
De conclusie van een beschouwing over het rentevrij financieren kan niet anders zijn dan dat het tot hogere transactiekosten leidt en, als het beginsel rigoureus wordt toegepast, tot een aanzienlijke inperking van de financieringsmogelijkheden en een rem op de benutting van ondernemerscapaciteiten.
De seculiere onderbouwing van een afwijzen van rente is meer op een gevoel dan op analyse gebaseerd. Aristoteles fungeert ook nu nog als hinderpaal voor een nuchtere beschouwing. Wat de religieuze bronnen betreft, de daar voorkomende negatieve uitlatingen over rente lijken sterk geïnspireerd door plaats- en tijdgebonden omstandigheden en veralgemenisering voor alle plaatsen en tijden mag in strijd worden geacht met het algemene welzijn dat religies zeggen na te streven.
Ik eindig in dit verband met een vers uit de Koran, soera 2:185, en moslims die menen dat ik een passage die over uitzonderingen op het voorschrift tot vasten gaat ten onrechte veralgemeniseer, moeten mij dat maar vergeven: „God bedoelt met u het gemakkelijke en niet bedoelt Hij met u het moeilijke.”
De auteur is emeritus hoogleraar staathuishoudkunde, in het bijzonder internationale economische betrekkingen en geld- en bankwezen aan de Vrije Universiteit.