Opvallers
Of ze nu de hang naar nostalgie uitstralen, hip of juist innovatief overkomen: het zijn stuk voor stuk opvallers. En het aardige van fietsen waarbij hoofden meedraaien als ze langskomen, is dat er weinig nieuws onder de zon is. „Aan de creativiteit en de vormgeving van vroeger kunnen we nu nóg een puntje zuigen.”
Zo’n 1,4 miljoen nieuwe fietsen komen er jaarlijks op de markt. Daarmee groeit het totale bestand aan tweewielers gestaag. Bovag en RAI Vereniging schatten het aantal bruikbare fietsen op 18 miljoen, gemiddeld meer dan één per persoon.Het gros van de verkochte nieuw fietsen kan als fiets in de klassieke zin van het woord worden gezien. Uiteraard, de ontwikkeling van de techniek staat niet stil, het aantal snufjes op en aan de tweewieler is bij een gemiddeld model inmiddels niet meer op de vingers van twee handen te tellen. Maar het zijn gewone fietsen, met een min of meer klassieke vormgeving.
Op de beurzen in najaar en winter is een klein deel van het tentoongestelde nieuws voor komend seizoen te vangen onder de noemer opvallend. Retro is onmiskenbaar een trend, de fiets als cultobject ook. De vraag is hoe opvallend die rijwielen werkelijk zijn, in de zin van innovatief en nooit eerder vertoond.
Schat aan informatie
Het Nationaal Fietsmuseum Velorama aan de oever van de Waal in Nijmegen heeft voor de liefhebber een schat aan informatie in huis. Wat ooit begon met de loopfiets (de Draisine in 1817) en zich tot aan de dag van vandaag verder ontwikkelt, is daar terug te lezen. Te zien ook vooral. De oprichter van het museum, Gert Jan Moed, beschikt over 250 modellen uit binnen- en buitenland, plus een uitgebreide collectie accessoires.
Moed weet het zeker: „Op het gebied van vormgeving is veel bij het oude gebleven. Een Fiat 500 is niet hetzelfde als het vroegere model, en dat geldt ook voor de Mini, maar de overeenkomsten zijn bijzonder groot. Dat is bij fietsen net zo.”
Bij de zoektocht naar overeenkomsten tussen de fietsen elders op deze pagina en het historisch materiaal in Velorama lijken de bakfiets Cabby foto 1 van Gazelle en de ligfiets GreenMachine foto 2 van Flevobike wel degelijk innovatief. Onder het historisch materiaal in Nijmegen zijn er eigenlijk geen vergelijkbare modellen te vinden.
De Schwinn Black Phantom, een Amerikaans model uit 1951, zou echter zomaar een grote inspiratiebron geweest kunnen zijn voor de Ace foto 3 van Hawk. En de Rio foto 4 van Nirve heeft veel weg van Model F van Hickory, een fiets uit 1894.
Een gelijkenis van de Booster foto 5 is weer minder gemakkelijk terug te vinden. Hoewel, een klein beetje toch wel: het zadel van deze Batavus, met z’n opvallende, uitstekende veren, komt dicht in de buurt van het zadel van de damesfiets Burgers Imperial uit 1932. En voor het ontwerp van de Aty foto 6 van de Fietsfabriek en van de DoubleDutch foto 7 van Dutch ID kan zomaar even zijn gespiekt bij de ”Fiets met bakkersmand” in de Nederlandse zaal van het museum.
Ontwerper Peter van der Veer uit Geldermalsen kijkt er niet raar van op. „Het is bijzonder hoe inspirerend Velorama is voor een fietsontwerper. Aan de creativiteit en de vormgeving van toen kunnen we nu nóg een puntje zuigen. Hightechelektronica en lichte materialen zijn iets van vandaag de dag, maar voor de rest is de collectie in Nijmegen voor mij een feest der herkenning en verbazing.”
Verre voorganger
Van der Veer, wiens bureau onder meer de Cabby Gazelle heeft ontworpen, zegt respect te hebben voor constructeurs en producenten uit vroegere tijden. „Er valt voor mij telkens wat nieuws te ontdekken als ik kijk naar oude modellen.” Ook de Cabby heeft toch een verre voorganger. „Ik heb me laten inspireren door de Long John, een Deens model uit de jaren dertig waarmee boeren melkbussen en hooibalen vervoerden. Dat fietsconcept bleek verbazingwekkend goed te besturen en voort te bewegen.”
Niet alles wat aan retro in de handel komt, kan Van der Veer bekoren. „Een cultfiets wordt per definitie geen massafiets. Daar fietsen de meeste domweg niet goed genoeg voor. Aan de ergonomie mankeert niet zelden nogal wat.” Toch kan de sector er niet omheen, naar de smaak van de ontwerper uit Geldermalsen. „Modellen die een extreme lifestyle vertolken, in de zin van kijk mij eens, laten nogal eens interessante constructies zien. En soms zetten dergelijke modellen thema’s neer, waarmee wij weer aan de slag kunnen voor het ontwerpen van bijvoorbeeld stoere kinderfietsjes.”
Zie ook: velorama.nl